Sam, een Zwitserse architect met Indiase roots, reist naar Bagdad waar hij misschien een operagebouw mag neerzetten. Een geweldige carrièrekans want een befaamd architect had in de jaren vijftig al eens een operagebouw ontworpen voor Irak, maar dat is nooit gebouwd. Een tijdje later wordt Sam verdacht van spionage en belandt hij in de cel.
Een jonge vrouw verhuist na de dood van haar vader naar een achterstandsbuurt, waar ze met haar lawaaiige buren moet zien te overleven. Het weerzien met een oude schoolvriendin brengt oud zeer naar boven maar mogelijk ook nieuw geluk.
Lou Baljon, jong in de jaren zeventig, is iemand die wel beweegt, maar zonder werkelijk van zijn plaats te komen. Na een leven als roadie en opnametechnicus in een kleine provincieplaats begint hij een bioscoop in een gekraakte garage. Opnieuw dreigt de tijd hem in te halen, maar dan krijgt hij een idee dat juist volmaakt past bij de moderne tijd: hij geeft het publiek de hoofdrol. Het succes is enorm, en brengt hem in contact met een ongrijpbare jonge vrouw, die in zichzelf gevangen zit als een prinses in een torenkamer. Om haar te bevrijden en voor zich te winnen, zet Lou nog eenmaal de middelen van zijn verleden in.
Een succesvolle New Yorkse jurist wordt overvallen door een mysterieuze aandoening die hem tot lopen dwingt, door- en doorlopen totdat hij erbij neervalt. En als hij dan weer wakker wordt, staat hij op en moet hij verder lopen, met als enige alternatief aan zijn bed geketend worden, of een onbekende therapie om de onduidelijke oorzaken aan te pakken.
Een jonge vrouw is op 11 september 2001 in New York voor haar onderzoek naar de zwarte zanger Paul Robeson; haar plannen worden doorkruist door de terroristische aanslagen.