Sira Quiroga werkt in een van de beste naaiateliers van het Madrid in de jaren dertig van de twintigste eeuw. Ze is verloofd met een nette jongen en haar toekomst lijkt uitgestippeld. Dan gooien twee mannen haar leven overhoop: een aantrekkelijke bon-vivant en haar vader, die ze nooit heeft gekend. Sira laat alles achter en vlucht met haar minnaar voor de naderende burgeroorlog naar Marokko, waar ze zorgeloos geniet van een leven vol feesten, vrijheid en luxe. Totdat ze in de steek wordt gelaten en berooid achterblijft.
Als een coupeuse na jaren terugkeert naar haar geboortedorp op het Australische platteland is er niets veranderd en wordt ze nog steeds met de nek aangekeken.
We vinden Guggenheimer terug als rentenier die meer geld heeft dan een normaal mens op kan maken. In zijn vrije tijd ontfermt hij zich over z'n ex-vrouw Ellen en laat hij zich door z'n chauffeur Jules rondrijden in een bolide uit 1934. Guggenheimers hoofd loopt nog steeds praktisch altijd om. Zo vindt hij dat de hedendaagse vrouw er bijzonder ongeïnspireerd gekleed bij loopt. Hij besluit om daar iets aan te doen en richt derhalve de firma GFC, Guggenheimers Fashion Company, op.
De jonge Irma Vitale waagt de oversteek van het kleine bergdorpje Opi in de Abruzzen naar het verre Amerika. Ze hoopt daar het geluk te vinden en als couturière furore te maken. Door haar uitzonderlijk borduurtalent en haar doorzettingsvermogen kan ze bij een couturière aan de slag. Toch wordt Irma voor het eerst gelukkig in Amerika wanneer ze haar leven over een andere boeg gooit.
De eigenares van een vintage kledingzaak komt in contact met een oudere Française van wie ze collectie overneemt en het verhaal leert kennen dat bij een blauwe kindermantel hoort.