Bij de plundering van Constantinopel in 1204 vertelt een avonturier en aartsleugenaar zijn leven aan een geschiedschrijver, waarbij onwaarschijnlijke en fantastische verhalen zich vermengen met een serieuze historische achtergrond.
Zedenschets van de tweede helft van de 20e eeuw aan de hand van de levensgeschiedenis van twee halfbroers, de één een vergeestelijkt wetenschapper, de ander een jachtige erotomaan.
Afwisselend speels en navrant autobiografisch getint relaas van de zorg van een twintigjarige schrijver voor zijn achtjarige broertje na de dood van hun ouders.
Na zijn scheiding staat een man met lege handen in materie͏̈le zin (zijn huis en volledige inboedel, auto en cd collectie) en in immaterie͏̈le zin (het kleine restje hoop op een zinvol bestaan dat hij wellicht nog had).
Een succesvolle 60-jarige schrijfster van damesromans wordt verliefd op de hoofdredacteur van een krant; zijn onduidelijkheid over hun verhouding bezorgt haar een zomer vol emoties en romantische twijfels.
Een prominente Amerikaanse hoogleraar met een overdonderende persoonlijkheid en zeer nadrukkelijke meningen vraagt zijn jongere vriend na zijn dood (hij is seropositief) zijn biografie te schrijven.