Autobiografisch relaas waarin een gepensioneerde Amerikaanse onderwijzer zijn jeugd in het Ierse Limerick in de jaren '30 en '40 beschrijft vanuit het perspectief van het kind dat hij was.
In 1952 kan een jonge vrouw in Ierland geen werk vinden en emigreert, net als veel andere jonge Ieren in die tijd, naar Amerika, waar een baan voor haar is geregeld bij een warenhuis.
Halverwege de 19e eeuw op een plantage in de Amerikaanse staat Virginia worden een jonge Ierse smid en een huisslavin verliefd op elkaar, het is voor die tijd een onmogelijke liefde.
Na de zelfmoord van haar enige kleinkind, Bill, heeft Lilly Dunne niet veel meer om voor te leven. Maar voor ze sterft wil ze haar eigen verleden te boek stellen. Samen met Lilly gaan we terug in de tijd, van Ierland naar de Verenigde Staten, van haar gedesillusioneerde vader naar haar spoorloos verdwenen echtgenoot, van jarenlang verraad naar langzaam opbloeiende liefde.
New York, 1845. De ontmoeting van een van de eerste politieagenten van de stad met een 10-jarig kindhoertje vormt het begin van een zoektocht naar een seriemoordenaar van kinderen.
De dochter van Ierse immigranten in Brooklyn vertelt in de ik-vorm haaar levensverhaal vanaf haar jeugd in de jaren twintig van de 20e eeuw tot meer recente belevenissen met haar kinderen en kleinkinderen.
In 1952 kan een jonge vrouw in Ierland geen werk vinden en emigreert, net als veel andere jonge Ieren in die tijd, naar Amerika, waar een baan voor haar is geregeld bij een warenhuis.
Tijdens een begrafenis haalt een familie uit de Iers-Amerikaanse gemeenschap in New York herinneringen op aan de gestorvene en zijn hopeloze liefde voor zijn jeugdvriendin.
In 1952 kan een jonge vrouw in Ierland geen werk vinden en emigreert, net als veel andere jonge Ieren in die tijd, naar Amerika, waar een baan voor haar is geregeld bij een warenhuis.
De Ierse auteur (1931- ) is zijn wilde haren inmiddels kwijt en probeert met allerlei baantjes zijn gezin in Amerika te onderhouden. Vervolg op 'Een zwemmende monnik'.