Na de basisschool emigreert een jongen van Noorwegen naar de Verenigde Staten en krijgt daar na een periode van eenzaamheid een goede vriend en later een relatie met een kunstenares.
Simón en Inés hebben zich ontfermd over het eigenzinnige kind Davíd, maar moeten vluchten na een aanvaring met de leerplichtambtenaar. In een nieuwe stad gaat Davíd naar een dansacademie. Hij raakt in de ban van een mooie docente, maar de afstand tot Simón en Inés wordt steeds groter.
Een Vlaamse herbergier vertelt over zijn leven in het roerige Antwerpen van de Tachtigjarige Oorlog en waarom hij genoodzaakt was te vluchten naar Amsterdam.
De Noorse schrijver ziet parallellen tussen zijn eigen leven en dat van de 17de-eeuwse Jan van Riebeeck, stichter van de Kaapkolonie, en dat van twee (fictieve) personages uit Zuid-Afrika aan het eind van de 20ste eeuw.
Een celloleraar gelooft vooral in zichzelf, waardoor hij niet het vermogen heeft concessies te doen in de liefde en nadat zijn echtgenote zich van hem heeft losgemaakt, zit hij in een tweespalt tussen eenzaamheid en liefde.
Ze zijn over de zee gekomen, de man en de jongen, en in het opvangcentrum hebben ze een nieuwe naam en persoonsgegevens gekregen. De autoriteiten luisteren hoffelijk en met kille barmhartigheid naar hen.
Joshua (15) moet van 2 havo naar 3 vmbo. Hij mist zijn liefste vriendin Zivan (15) verschrikkelijk. Zij is gedwongen naar Irak teruggekeerd. Bovendien zijn Joshua’s ouders net gescheiden en moet hij wennen aan zijn heftige nieuwe klasgenoten. Gelukkig kan hij zijn emoties kwijt in het tekenen. Deels waargebeurd verhaal. Vanaf ca. 15 jaar.