Een gedesillusioneerde schrijver wordt door de vondst van zijn verloren adresboek gedwongen zich zijn getroebleerde jeugd in het Parijs van de jaren vijftig te herinneren.
De Parijse schrijver Jean Bosmans raakt in de ban van zijn herinneringen aan de periode waarin hij samen was met Margaret, die net als hij achtervolgd werd: zij door een neurotische stalker en messentrekker, hij door de roodharige helleveeg die zijn moeder zou zijn. Samen droomden ze van een nieuwe horizon, die niet door spoken uit het verleden zou worden versperd. Hun relatie eindigde abrupt toen Margaret halsoverkop de nachttrein naar Berlijn nam. Jaren later probeert Bosmans haar op te sporen.
De Tunesische winkeleigenaar Mancebo en de met een depressie kampende journaliste Helena krijgen rond hetzelfde moment een opdracht; nieuwsgierig nemen ze beiden deze aan, niet wetende waartoe dit zal leiden.
Parijs, 1939. Odile Souchet werkt in de Amerikaanse bibliotheek maar als de nazi’s de stad bezetten en Joden niet meer welkom zijn, kunnen Odile en haar collega’s dit niet verkroppen en gaan ze de boeken bij hun Joodse leden thuis bezorgen.
In Parijs, in de tweede helft van de 19e eeuw spelende brievenroman over een weduwe die weigert haar huis te verlaten dat in het kader van de stadsvernieuwing zal worden afgebroken.
Parijs, ten tijde van de Franse Revolutie. De jonge Catho, opgegroeid in een vondelingentehuis, merkt nauwelijks iets van de opstand, tot nieuwkomer zuster Berthe, de enige die om haar geeft, haar in het geheim leert lezen en schrijven. Maar de twee verliezen elkaar uit het oog. Elk van hen is ervan overtuigd dat de ander haar verraden heeft. Intussen begint pianofortebouwer Tobias een bijzondere vriendschap met iemand die hem een zeer controversieel verzoek doet.
Het gefictionaliseerde leven van de charismatische Palestijnse Midhat Kamal, overgrootvader van de auteur, tegen het decor van het einde van het Ottomaanse Rijk en het opkomend Syrisch en Palestijns nationalisme.