Een Britse ingenieur die tobt over zijn vechtscheiding en de relatie met zijn puberdochter en een Amerikaanse kunstenares die rouwt om haar overleden man ontmoeten elkaar tijdens een lange pelgrimstocht naar Santiago.
Een psychiater wordt gevraagd om in gesprek te gaan met een Nederlandse pelgrim die verdacht wordt van moord. De man beweert een medium te zijn, maar in hoeverre lijdt hij aan wanen?
Honderd dagen lang was Arnout Hauben op pelgrimstocht tussen Schaarbeek en Compostela. Op zijn weg maakte hij kennis met talrijke onbekenden. Er waren luchtige ontmoetingen, vrolijke en grappige, maar ook leerrijke, droevige of ronduit dramatische. Zijn reportages groeiden uit tot een van de rubrieken van "Man bijt hond" én tot een reportagereeks op "één".
Oncoloog Johan Swinnen werd zelf zwaar getroffen door de ziekte die hij al jaren onderzoekt : zijn zoon Pieter kreeg op 13-jarige leeftijd de diagnose van een hersentumor. Vader Johan gaat niet bij de pakken neerzitten. Als zijn zoon 5 jaar later nog in leven is, besluit hij een tocht naar Compostela te ondernemen. Hij neemt brieven mee van mensen die ook door kanker getroffen zijn en laat zich sponsoren om geld in te zamelen voor kankeronderzoek. In dit boek vertelt hij het verhaal van die onderneming. In 33 dagen loopt hij van Leuven naar Santiago de Compostela aan een tempo van zo'n kleine twee marathons per dag.
Frankrijk, 1229. Amaury (14) redt het leven van de kruisridder Martín d'Estrella. Hij gaat met hem mee op een gevaarlijke reis naar Spanje om een aanslag op een pelgrimskerk te voorkomen. Vanaf ca. 13 jaar.
Wim, Ria en hun twee tienerdochters vertrekken met de fiets naar Compostella. Meer dan 2000 kilometer fietsen en improviseren doorheen België, Frankrijk en Spanje. Slapen in tenten, hotels, tuinen, sportzalen en kloosters. Zesendertig dagen leven met minder.
Een vrouw besluit haar onbeantwoorde liefde in Londen achter zich te laten om de Camino naar Santiago de Compostella te gaan lopen. Langs de route ontmoet ze mensen met hun eigen redenen voor het lopen van de tocht en door verhalen en ervaringen uit te wisselen vindt ze zichzelf weer.
In het niemandsland tussen het Moorse en christelijke gebied in het Spanje van 1186 voelt een jonge katholieke geestelijke zich aangetrokken tot de joodse kabbala en tot een jonge vrouw.