Een ambitieuze Vlaamse jongeman die als kind getuige is geweest van een brute verkrachting, ontwikkelt zich tot een gelauwerd dichter en durft pas op late leeftijd zijn eigen agressiviteit en beperkte talent onder ogen te zien.
In het leven van een twaalfjarige jongen in de Vlaamse Kempen in de jaren vijftig spelen de fotografie, een ouder meisje en legeroefeningen in de buurt een grote rol.
Vlaanderen, jaren vijftig: de 19-jarige Dora organiseert een voedselbank en als daar een zwerver met een 3-jarig jongetje aanklopt dat niet zijn zoontje zou zijn, wil ze daar meer van weten.