Ik heet Reinier en ons huis is afgebrand
Joke van Leeuwen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Em. Querido's Uitgeverij, 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : VANL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Em. Querido's Uitgeverij, 2018 |
VOLWASSENEN : ROMANS : VANL |
Maria Vlaar
il/pr/13 a
In het oude Rome vierden de mensen rond de winterse zonnewende het Saturnusfeest, een verre voorloper van het vasteloavond- en zottemaandagsfeest en van carnaval. Omkeringsfeesten, waarop men onherkenbaar verkleed de zot mag spelen, of ieder ander die men wenst, zitten kennelijk diep in het DNA van de westerse mens. Joke van Leeuwen (65) beschrijft in haar vijfde roman Hier zo'n ritueel feest in een land dat trekken heeft van België in de jaren 50 en van de DDR in de jaren 70, maar dat toch vooral een land is gevuld met Van Leeuwens tomeloze fantasie. Op landkaarten 'laat men het hele gebied nagenoeg wit, alsof het een leegte is waar anderen naar believen invulling aan kunnen geven'. In De onervarenen (2015) waarmee ze voor de Librisprijs was genomineerd, was ook al sprake van zo'n 'nieuw' land.
Hier is een ongewone drie-generaties-roman. Grootvader, in het hele boek 'Stamvader' geheten, is douanier in een klein grensdorp. Zijn werk als 'beëdigd controleur der grensovergangen van de Staat' met de bijbehorende stempels en formulieren is hem alles; het geeft hem de macht om iedere dorpeling die hij van smokkel verdenkt aan te houden. Vrouwen moeten in zijn douanehuisje naast de kachel staan tot de gesmokkelde boter hen langs de benen drupt. Stamvader is onvoorwaardelijk trouw aan het communistische staatshoofd, die wekelijks het volk toespreekt via de televisie, maar de trouw is niet wederzijds. Zonder hem in kennis te stellen wordt op een dag een hek gebouwd dat in alles doet denken aan het IJzeren Gordijn tussen West- en Oost-Duitsland. De barse Stamvader is gebroken, gaat in bed liggen en wordt obees, 'een vetklomp met oud vel eromheen'. Zijn vrouw Onna is dan al jaren dood.
Anonimiteit
In krachtige beelden roept Van Leeuwen de jeugd van Stamvaders zoon Bardo op, waarin het onbespreekbare trauma van de dood van zijn moeder bepalend is. Pijnlijk zijn de ontmoetingen met de vrouw die, verkleed in zijn moeders kleren, Stamvader van eten en seks voorziet. Een eenzame jeugd, een eenzame man, die slechts twee vrienden heeft, die hem beiden - letterlijk en figuurlijk - ernstig zullen verwonden. Zonder het te willen treedt Bardo in de voetsporen van zijn vader. Hij wordt opgeroepen voor het leger, waar rekruten bruut mishandeld worden, en wordt ten slotte grensbewaker met de opdracht te schieten op wie over wil lopen naar het rijkere, modernere buurland.
En dan is er Bardo's dochtertje, ook Onna geheten, een meisje geboren uit liefde. Bardo heeft zijn vrouw Mara leren kennen tijdens het jaarlijkse feest waarin de verklede dorpelingen 'in blijvende anonimiteit' van café naar café trekken. Mara is de zonnestraal van de roman zoals ook de beide Onna's duidelijk Van Leeuwens hart hebben gestolen. De kleine Onna is overigens bepaald geen doetje, het liefst speelt ze met spijkers en vuur. Het kind weet wat pijn is. Indringend is de scène waarin ze vreest dat haar moeder Mara dood is, zoals in het omkeringsfeest iemand in vermomming anoniem wordt, maar ze dan toch ineens 'haar herkenbare moeder' ontdekt. Zo laveert Joke van Leeuwen behendig van een dode naar een levende moeder.
Propaganda
Op zijn beste momenten doet Hier denken aan de trilogie De vrucht van hun arbeid van John Berger, dat zich ook afspeelt een klein boerendorp waaraan de vooruitgangscultuur beter voorbij had kunnen gaan. De dorpsrituelen, de aandacht voor dieren, de dorpswinkel De Vooruitgang, de simpele manier van leven - alles wordt onder druk gezet door de giftige politieke constellatie. Het buurland wordt afgeschilderd als een verdorven land waar doden 'al een jaar dood liggen zonder dat iemand het doorheeft'. Mara werkt in een warenhuis waar de schappen leeg zijn, de televisie is één groot propagandakanaal, de grenzen zijn dicht en de mensen zijn wezenlijk onvrij en zonder toekomstperspectief. Daarnaast is het land ook gewoon ouderwets: zo mag de kleine Onna op school wel handwerken maar niet handenarbeiden, want dat is voor jongens, en is seks alleen toegestaan binnen het huwelijk. Van Leeuwen weet het anonieme land via haar hoofdpersonen mooi op te roepen, maar herkauwt naar het einde van de roman toe te veel. Ze weidt merkwaardig uit over een bruinkoolmijn en vertelt de ruzies tussen de gefrustreerde Bardo en Mara zo omstandig, dat het verhaal aan kracht inboet.
Gelukkig is de karakteristieke stem van Joke van Leeuwen, met de goedgeplaatste droogkomische humor, soms bijna fysiek te horen. Als het gaat over de discipline in het leger bijvoorbeeld, waar alle kleren kaarsrecht en in dezelfde breedte opgevouwen moeten zijn: 'Maar misschien moet ook de vijand eerst zijn kleren messcherp opvouwen voor die zijn geweer opneemt. Dat geeft bedenktijd.' Of over de dood van moeder Onna: 'wat deed je eraan, ze hadden haar ver weg begraven, op het kerkhof van haar geboortedorp, ze wilde altijd al graag naar dat dorp terug, dat was haar dan toch gelukt.' Het is deze volstrekt eigen toon, versterkt met de net zo eigen thematiek, die Van Leeuwens roman uit laat blinken.
Querido, 232 blz., 18,99 € (e-boek 11,99 €)
Persis Bekkering
2/ei/05 m
'Hier' is een armoedig dorpje vlak bij de grens, in een voormalig mijngebied. In welk land het zich bevindt weten we niet, maar ze eten er hutspot met draadjesvlees. De grens wordt bewaakt door Stamvader en zijn hond genaamd Hond. Stamvader neemt zijn werk bloedserieus. Regels zijn regels. Hij kan met niemand in het dorp bevriend raken, want dat maakt zijn werk moeilijker, 'wantrouwen is zijn werk'. Hij heeft een goede truc om onschuldig ogende vrouwen op het smokkelen van boter te betrappen: hij zet ze met een vriendelijk gebaar op een plastic kleed naast de kachel. Wanneer er een vettig stroompje langs hun benen begint te druppen, heeft hij beet.
De nieuwe roman van Joke van Leeuwen, Hier, leest als een beklemmende fabel. Na de voor grote prijzen genomineerde en bekroonde historische romans Feest van het begin en De onervarenen bevinden we ons nu in een veel abstracter universum. Tijd en plaats zijn vaag gehouden, het gaat om dat kleine dorp en een grens die niet of nauwelijks doordringbaar is. Later in de roman lopen de spanningen tussen de buurlanden zelfs zo hoog op, dat er midden in de nacht een hek langs de grens verrijst dat geen enkel verkeer meer doorlaat. Stamvader wordt met pensioen gestuurd.
De angst die het vreemde en onbekende oproept en de behoefte aan veiligheid en wortels zijn terugkerende thema's in het werk van Van Leeuwen - in De onervarenen bijvoorbeeld beschrijft ze Europese migranten in Latijns-Amerika. Door het historische kader los te laten, kan de auteur deze thema's nu nog dieper onderzoeken. Het verrassende aan Hier is namelijk dat de opzet haast schematisch simpel is - er is een naamloos dorp, een grenswachter en zijn gezin, een hond genaamd Hond, dorpelingen en hun voorspelbare gedrag - terwijl de thematiek geraffineerd wordt uitgewerkt. Het boek staat vol subtiel aangebrachte tegenstellingen, tussen gemeenschap en isolement, vrij en onvrij, vreemd en vertrouwd, star en progressief.
Stamvader is bijvoorbeeld het meest xenofobe personage, maar hij komt helemaal niet uit het dorp zelf, hij komt van ver. Om zijn werk goed te kunnen doen, moet hij in een vreemd gebied werken, 'te veel bekenden in de buurt zal er volgens zijn meerderen toe kunnen leiden dat hij weleens een oogje dichtknijpt'. Dat hij aan het eind van zijn leven zijn bed niet meer verlaat, is dan ook even ironisch als schrijnend: hij leeft in een ultiem isolement dat zelfverkozen lijkt, terwijl hij zich zijn leven lang heeft ingezet om de gemeenschap te bewaren.
De grenzen van het dorp zijn door de eeuwen heen vaak verschoven. Het is zo vaak van vorm veranderd, beschrijft de proloog, dat kaarten het gebied maar gewoon wit laten, 'alsof het een leegte is waar anderen naar believen invulling aan kunnen geven'. Meteen zet Van Leeuwen, die verder zeer spaarzaam is met metaforen, de lezer op scherp: misschien is dit dorp maar een projectie, het is fluïde, maar dat weten de inwoners zelf niet.
En zo zijn er nog talloze contrasten - tussen de sadistische Stamvader en zijn zoon Bardo bijvoorbeeld, die in het leger leert dat kameraadschap het belangrijkst is, 'voor elkaar in de bres springen'.
In een roman over grenzen en xenofobie is de valkuil vaak dat het te didactisch wordt, te opgelegd humanistisch, zo van: wij mensen zijn bang voor het vreemde, maar dat hoeft helemaal niet, omarm die open grenzen. Van Leeuwen doet dat niet. Met haar rustige, ingetogen pen, met hier en daar een lyrische zucht, toont ze de vloeibaarheid van de begrippen vreemd en bekend, hoe iedereen daarvan in de war raakt. En hoe isolement van mensen eikels maakt.
****
Querido; 232 pagina's; € 18,99.
T.H.
Het verhaal speelt zich af aan een onbekende grens, waar een vader de grenspost bewaakt. Zoon Bardo zoekt bevrijding, maar komt uiteindelijk in een zelfde beroep terecht. Hij vindt en dreigt daarna zijn grote liefde te verliezen en beziet de wereld door een paranoïde bril, waarvan zijn vrouw Mara en kind Onna slachtoffer dreigen te worden. Bardo heeft zijn moeder jong verloren en vriendschappen lijken onmogelijk voor hem. Verwijten maken lijkt een erfelijke karaktertrek. Zijn geliefde Mara offert haar leven op: ze verzorgt haar schoonvader, verdraagt Bardo en blijft hopen. Zal de kleine Onna uit de gevangenis van erfelijkheid en de omgeving kunnen ontsnappen? De auteur (1952) is schijfster van jeugdboeken, gedichten en toneel en sinds enige tijd ook van romans. Ze is ook nog illustrator en performer. Chronologisch opgebouwd in vijf hoofdstukken met een vooruitblik in cursief; met Onna, Mara en Bardo als personale vertellers. In ‘De Huid’, het laatste hoofdstuk, noemt Mara Bardo’s huid veelzeggend de beschadigde grens tussen binnen en buiten. Samenvattend: mooi van taal, pijnlijk van inhoud: een juweel met scherpe randjes. Filosofie in een roman. Longlist Libris Literatuur Prijs 2019.
Yolanda Entius
il/pr/28 a
Mens (en dier) zitten op alle mogelijke manieren gevangen in 'Hier', de nieuwe roman van Joke van Leeuwen die dit jaar haar veertigjarig jubileum als schrijver viert. Gevangen in een land dat zijn eigenheid bewaken wil, een land waaruit je niet mag vluchten, opgesloten in een huwelijk waar de liefde uit is weggesijpeld met een man die een vreemde is geworden, gevangen in je meisjeszijn waardoor je op school moet handwerken terwijl je liever handenárbeid doet, gevangen in je rolstoel omdat je knie kapot geschoten is, of erger nog: gekluisterd aan je bed omdat je lichaam zo is uitgedijd dat je het niet meer kunt dragen, en er geen rolstoel is waar het in past.
Dat laatste is het lot van Stamvader, 'beëdigd controleur der grensovergangen', die ervoor waakt dat er geen mensen ongeautoriseerd komen of gaan, en er geen (luxe) goederen worden gesmokkeld naar dit niet bij naam genoemde land. De mensen hebben er knoestige namen als Bardo, Julus, Onna, Mara, Wena, Kleine, Kors. Aanvankelijk deed dit 'Hier' me denken aan de wereld van Alex van Warmerdam, waarin de tijd lijkt stilgezet, waarin mensen de dingen doen, gewoon omdat het altijd zo ging: een absurde, bijna grappige wereld.
Maar gaandeweg wordt het grimmiger in 'Hier'. We bevinden ons eerder in het Oostblok dan in het land der 'Noorderlingen'. Stamvader zet vrouwen in zijn huisje bij de kachel zodat de gesmokkelde boter langs hun benen smelt en op een vettig kleedje druipt. Hij doet wat hem is aangeleerd. Zijn geest zit gevangen in een doctrine die zegt dat het hier beter is dan daar, en dat het eigene iets is van hier, dit land, en niet van jou. Dat lijkt de moraal van deze knap geconstrueerde parabel, die me ook deed denken aan 'De Pelikaan' van M.M. Driessen, waarin de hoofdrolspelers elkaar in een dubbelchantage gevangen houden.
Overigens is het maar de vraag of het aan de andere kant van de grens, waar ze vrijer zijn en waar de schappen vol liggen, zo heel veel beter is. Voor de mensen van 'Hier' nauwelijks. Ze zijn daar minderwaardig, alleen welkom als goedkope arbeidskracht, en 'eenzaamheid is daar een groot probleem, ze vinden er soms doden die al een jaar dood liggen (...) dat gebeurt hier niet, hier is saamhorigheid, Bardo doet er toch ook aan mee?' Aan het woord is Stamvader. Bardo is zijn zoon en al net zo afgericht als hij en zijn hond die 'Hond' heet 'want een andere naam zou kunnen duiden op onderlinge betrokkenheid, buiten het werk om'.
Het vreemde versus het vertrouwde en intieme, dat is de andere pijler waar 'Hier' op is gebouwd. Ooit is Stamvader helemaal vanaf de ander kant van het land naar hier gestuurd. Dit om te voorkomen dat hij al te vertrouwd zou zijn met de mensen die hij moet controleren; hij zou maar eens iemand bevoorrechten. Hij is, als beschermer van het eigene, een vreemdeling, net als zijn zoon Bardo, ook een vreemde voor zijn naasten en een naaste voor vreemden. Een meeloper, klaargestoomd voor zijn taak: die van grensbewaker. Van controle is geen sprake meer; de overgang is dicht, de grens is gesloten, de weg ernaar toe loopt dood. Waar het grenshokje stond, ligt alleen nog een betonnen plaat. Tussen hier en daar zit een soort ijzeren gordijn waar Bardo patrouilleert. Niet in de buurt (alweer) van zijn eigen dorp, en niet samen met iemand waar hij vertrouwd mee is.
In een cruciale scène is hij, per ongeluk, toch op pad met een oude bekende, Kors, samen volgden zij hun militaire training. Waar Bardo, omdat dat van hem werd verwacht, het 's avonds met de andere jongens op een zuipen zette - kameraadschap - ging Kors die zijn echte vriend was (of had kunnen zijn) naar bed, gewoon omdat hij wilde slapen. Kors is een vrije, oorspronkelijke geest en wordt daarmee het mikpunt van spot en pesterij. De getemde Bardo grijpt niet in, niet openlijk althans. Jaren later stelt Kors hem, daar aan die grens, de vraag wat hij zou doen als iemand naar de andere kant zou lopen. Schieten? Ook als de overloper bijvoorbeeld een moeder van twee bloedjes van kinderen zou zijn?
Het komt tot schieten in die scène. Hóe zal ik hier niet verklappen, maar alles draait om de impliciete vraag die Van Leeuwen stelt. Wat is vrijheid en wat hebben we er voor over, maar vooral ook: waar bevindt zich die? Daar: aan de andere kant van de grens, of hier: in ons hoofd?
Querido; 232 blz. €18,99.
oordeel
Tot nadenken stemmende parabel over het wezen van de vrijheid.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.