De waterstandbeelden
Fleur Jaeggy
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Koppernik, © 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : Kast 10-13 JAEG |
Vicky Vanhoutte
il/pr/19 a
Fleur Jaeggy (1940) wil niet behagen. Ze schrijft zoals haar personages kijken. Ogen zijn 'koud', 'ijskoud' of 'winters', 'dood' of 'gesloten'. Blikken zijn 'afstandelijk', 'onverbiddelijk' of 'zonder hoop'. Ze houdt je op alle mogelijke manieren op afstand. En tegelijk laat ze je niet los.
In SS Proleterka, een compacte roman uit 2001, is die afstand ogenblikkelijk voelbaar. Een naamloze vrouw verlangt er plots naar de as van haar vader te bezitten. Om zijn dood heeft ze indertijd niet gerouwd - 'Ik nam deel aan de uitvaart. Meer niet'. Ze zijn nooit close geweest, hoewel ze ooit hebben geprobeerd toenadering te zoeken, op een veertiendaagse cruise. Vijftien was ze toen. Na veertien dagen waren ze even ver van elkaar verwijderd.
De vrouw denkt terug aan haar vader en haar familie. Ze noemt zichzelf soms 'ik', maar vaker 'Johannes' dochter', 'jij' of 'zij'. Haar vader, 'mijn wettige eigenaar', raakt zijn fortuin en zijn vrouw kwijt, het meisje wordt opgevoed door haar grootmoeder, 'mijn meesteres'. Als Johannes zijn dochter 'te leen' wil krijgen, moet hij toestemming vragen aan de grootmoeder. In het huis waar ze woont, zijn 'de kamers naar binnen gekeerd, als het ware op weg naar de duisternis'. Het meisje gedraagt zich correct, ze leert te doen alsof, ze raakt onthecht. Bijna alsof ze er niet is. Haar 'hart is van onbreekbaar kristal'.
Instinct
Jaeggy schrijft kale, klinische, korte zinnen. Het meisje zit in een gareel van gestrengheid, en de taal ook. Ze schakelt constant tussen tegenwoordige en verleden tijd; zodra je dichterbij komt, word je weggeduwd in een andere tijd. Gevoelens mogen niet worden getoond en zijn te wantrouwen. Tekenen van affectie of lieflijkheid zijn schijnbaar en vernietigen zichzelf in voor Jaeggy typische woordcombinaties: 'zorgzame, misdadige dochters', 'een venijnige mildheid', 'roofzuchtig mededogen', 'afgrondelijk hoffelijk'. Als de planten in bloei staan, ligt de verdorring al op de loer. Vorm, stijl en inhoud laat Jaeggy meesterlijk samenvallen.
Het meisje wil op de Proleterka haar vader niet leren kennen, ze verkiest het niet-weten. Wat ze wil, is leven, ervaring. Leven staat bij Jaeggy gelijk aan een naar haat en geweld neigend oerinstinct. Alleen natuurlijke drift en de dood zijn te vertrouwen. Op het cruiseschip uit dat geweld zich in de ruwe seks die het meisje heeft met het personeel. Ze wil het niet, maar 'ze proeft genot in de weerzin'. Een soortgelijk genot verschaft het lezen van SS Proleterka.
Zonder motief
Dezelfde stijl houdt Jaeggy aan in Ik ben de broer van XX, een verhalenbundel uit 2014. Die verhalen, vol bevreemdende mystiek en claustrofobische gothic-elementen, laten zich moeilijk navertellen en vatten. Haar personages zijn buitenstaanders, die uiterlijk geen tekenen van zwakte vertonen, maar in wie een kalme wanhoop sluimert, die soms uitbarst in ongeplande maar trefzekere wreedheid. Vaak ook zonder motief - van psychologisering houdt Jaeggy zich ver weg. Een man gevangen in 'platte duisternis', sluit zijn vrouw op in een vogelkooi en hangt die op aan een haak. 'Ze zit daar vrij gerieflijk.' Een moeder en haar zoon vermoorden twee mannen, het is 'louter instinct'. 'Verbergen, zei de moeder, en samen gingen ze aan de slag.' Het dienstmeisje Hannelore steekt de vrouw in brand die goed voor haar is, omdat God het zo wil. 'Mevrouw, heb je het warm?, vroeg ze.' Er wordt veel in brand gestoken in Jaeggy's verhalen, mensen en huizen. Alsof haar schrijven tegelijk scheppen en radicaal vernietigen is.
Vaak zijn de verhalen waarin het geweld minder aanwezig is beter. Een vrouw vindt een foto van haar moeder die op audiëntie gaat bij de paus. Ze heeft nooit geweten dat haar moeder depressief was, maar op de foto ziet ze de wanhoop duidelijk in haar blik - 'alsof mama op dat moment leefde en haar zei dat ze genoeg van het leven had'. De wanhoop die verborgen blijft of zich toont, in één flits, die maakt Jaeggy's werk zo aangrijpend. Probeer haar te vergeten en lang nadat je haar gelezen hebt, beklemt ze je nog altijd. Als 'een sierlijk martelwerktuig' dat je gezelschap houdt.
Fleur Jaeggy SS Proleterka Vertaald door Frans Denissen, Koppernik, 104 blz., 18,50 €, oorspronkelijke titel: Proleterka.
Ik ben de broer van XX Vertaald door Hilda Schraa, Koppernik, 125 blz., 18,50 €, oorspronkelijke titel: Sono il fratello di XX.
Roderik Six
rt/aa/27 m
Ze heeft haar vader Johannes amper gekend. Het enige wat ze van hem nog heeft, is een spijker die ze vlak voor de crematie stiekem in zijn jaszak had gestoken en die ongeschonden de vlammen heeft overleefd. Dat, en de herinnering aan een cruise – op de SS Proleterka – die ze in haar tienerjaren ooit samen hadden ondernomen. Lange dagen op zee, hitsige nachten in kajuiten met wellustige matrozen, meer niet. ‘Liefdevol’ is niet het woord dat ze gebruikt wanneer ze het over haar familie heeft: haar vader noemt ze haar wettelijke eigenaar, haar moeder een meesteres, haar ooms haar rechters en haar huis een vergeetkamer. Ze heeft zich nooit ergens thuis gevoeld en misschien is daar wel een reden voor.
Fleur Jaeggy is een Zwitserse die in het Italiaans schrijft en Susan Sontag tot haar fans mocht rekenen. In 1989 publiceerde ze haar beroemdste roman, De gelukzalige jaren van tucht . Jaeggy is de koningin van de ontwrichtende zinnen. ‘Inzicht is de enige vergiffenis die je kunt bereiken’, bedenkt ze ergens in SS Proleterka. Op elke pagina prijkt wel zo’n doornige frase. Wrokkig kleinood, dit bootboekje.
****
Koppernik (oorspronkelijke titel: Proleterka), 104 blz., € 18,50.
Marc De Pril
De ik-persoon is een vijftienjarig meisje dat met haar vader Johannes tijdens de paasvakantie een reis van twee weken maakt naar Griekenland op het cruiseschip Proleterka. Een vechtscheiding is ervoor verantwoordelijk dat zij totaal van hem is vervreemd en de cruise zou een ideale gelegenheid moeten zijn om de band aan te halen. Doch, het sleutelwoord van de roman is ongetwijfeld ‘afstand’, vervreemding. Zij spreekt over haar vader als ‘Johannes’ en vaak over zichzelf als de ‘dochter van Johannes’, ‘het meisje’. De relatie met haar moeder was al even verhard: enkel een nagelaten piano en wat juwelen doen haar nog denken aan ‘de vrouw van Johannes’, zoals ze haar moeder noemt. Johannes was ooit een gevierd en welgesteld zakenman, thans is hij oud en totaal verarmd en kan nog enkel rekenen op medelijden van zijn omgeving. Aan boord van het schip praten ze amper met elkaar en het meisje doodt de tijd met vluchtige seksuele avontuurtjes met de bemanning. Zij is niet enkel van haar vader, maar wellicht ook van zichzelf vervreemd. Het wordt helemaal geen verzoenende ‘cruise’ op de Proleterka. Vertaling van een voor haar stijl typerende novelle van de Zwitsers-Italiaanse auteur (1940), die veel Italiaanse prijzen heeft gewonnen, maar hier ten onrechte totaal onderbelicht is gebleven.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.