Snijpunt
Nelleke Noordervliet
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Augustus, 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 4301 |
15/05/2013
De zeventiende eeuw, de Gouden Eeuw van Nederland, blijft fascineren. Voor haar historische roman rond de fictieve figuur van Menno Moelnaar kiest Nelleke Noordervliet een wel heel opmerkelijke invalshoek. De openingszin geeft meteen aan hoe zij haar stof benadert: ‘De ontmoeting met Menno Molenaar vond strikt genomen niet plaats.’ Noordervliet stelt het zo voor dat zij samen met haar hoofdfiguur rondtrekt door het zeventiende-eeuwse Nederland en nadien samen met hem in Amerika, de ‘Nieuwe Wereld’, vertoeft. Rond het waarom en hoe van deze technische ingreep in haar stof, waarrond zij zich ongetwijfeld sterk heeft gedocumenteerd, laat zij met mondjesmaat informatie doorsijpelen. ‘Alle personages zijn altijd de schrijver’, luidt het, en ‘Ik besef dat ik van het begin af aan een ambivalente houding tot hem had, gekenmerkt door zijn ongeduld om zijn weltschmerz avant la lettre, zijn escapisme, en tegelijk door een gevoel van verwantschap met zijn zoeken naar waarheid, zijn nadruk op rede en wetenschap, zijn permanente teleurstelling in de mensheid in het algemeen en in zichzelf in het bijzonder.’ In de portrettering van haar hoofdfiguur schetst ze anderzijds een beklijvend beeld van de zeventiende eeuw: ‘Het is de idylle van de Gouden Eeuw, die ondanks alle onderzoek waarin de schaduwzijden worden belicht, een vastgeroest beeld is in de optocht van historische clichés die de geschiedenis van ons grondgebied kenmerken. (...) Laag over laag fixeert het vernis de voorstelling. Ik wil de lagen eraf krabben, ik wil terug naar de scherpe contouren en de heldere kleuren.’
Het levensverhaal van Molenaar begint in Rotterdam. Na de dood van zijn vader onderwerpt zijn moeder zich aan de bemoeizucht van haar stiefbroers. Voor haar zoon Menno ziet zij een toekomst weggelegd die financiële onafhankelijkheid moet waarborgen. Menno wordt naar het Statencollege in Leiden gestuurd, waar hij na een nachtelijke escapade van school wordt gestuurd. Even wordt hij lijkenophaler, nadien hulpgriffier bij de Staten-Generaal in Den Haag, een baan die hij kreeg door bemiddeling van Henry Dixon. Die vraagt hem in de omgeving van raadspensionaris Johan de Witt te spioneren voor Engeland en deinst er niet voor terug zijn beschermeling, die hij ook seksueel benadert, te chanteren. Menno ziet geen andere uitweg dan hem te doden en naar Amerika te vluchten. Zijn huwelijk met Margje Taets, dochter van een conformistische protestant die de indianen gaat bekeren, en de erfenis die hij via Dixon heeft gekregen, moeten hem een stabieler bestaan bezorgen. Als Margje komt te overlijden in het kraambed, wordt ook deze droom gefnuikt.
Met Molenaar tekent Noordervliet in de eerste plaats de onrust die zoveel zoekende geesten in de zeventiende eeuw in de greep hield en in de eerste plaats te maken had met het opkomende rationalisme van figuren als Descartes en Spinoza. Menno wil een ‘vrij man’ zijn, maar ziet zich heen en weer geslingerd tussen de traditionele leer van de kerk en de nieuwe gedachten, ook waar het staatsvormen betreft. Vanuit die optiek roept Vrij man een maatschappij op die volop op de drempel van de Verlichting komt te staan. Ook voor andere aspecten — ik denk aan de armoede in de Gouden Eeuw, de ziektes die vaak duizenden slachtoffers maakten — heeft Noordervliet ruim aandacht. En uiteindelijk blijft de slotsom, mede gesuggereerd door de hierboven beschreven aanpak, dat ‘de waarheid’, die ene zekerheid voor de mens, nooit absoluut is en telkens weer het onderwerp wordt van discussie. [Jooris Van Hulle]
Gerard Oevering
De schrijfster en haar fictieve hoofdpersonage, de 17e-eeuwse arts en jurist Menno Molenaar, ontmoeten elkaar in New York. Ze zijn Rotterdammers die gestudeerd hebben in Leiden. Terug in Nederland volgt een tocht langs de plaatsen waar Menno heeft gewoond en geleefd. Via Menno schrijft Noordervliet over het leven in de Gouden Eeuw, de sociaal-maatschappelijke omstandigheden, de gespannen politieke situatie en de veranderingen in het denken over wetenschap en religie. Menno komt in aanraking met de kring rond Spinoza. Door diens ideeën raakt hij los van het geloof. Hij wordt gedwongen bij Johan de Witt te spioneren voor de Engelsen. Na een gewelddaad vlucht hij naar New York. De schrijfster is personage in de roman. Historische figuren dragen evenzeer bij tot de verbeelding van het leven in de Republiek als de bedachte personages. Hoop, wanhoop, verraad en agressie beeldt zij overtuigend uit. Menno’s dilemma’s zijn herkenbaar. Uit haar interventies als romanfiguur wordt duidelijk dat elke verbeelding van het verleden de werkelijkheid vertekent. Zeer aanbevolen. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.