Verliefde vrouwen
D.H. Lawrence
Howard Jacobson (Auteur), Lidwien Biekmann (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Nijgh & Van Ditmar, cop. 2016 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 13864 |
Sofie De Smyter
il/pr/20 a
De titel van Jacobsons hervertelling maakt meteen duidelijk dat hij focust op het personage dat aan de bron ligt van alle controverse: 'Er zijn geen twee mensen die hetzelfde over hem denken. Zelfs zij die hem onvoorwaardelijk verachten, doen dat in verschillende gradaties van onvoorwaardelijkheid.'
Volledige boeken zijn besteed aan de vraag of Shakespeares Joodse geldschieter Shylock puur verachtelijk is of ook sympathie verdient, en aan de kwestie of De koopman van Venetië zelf antisemitisch is of 'alleen maar' antisemitisme portretteert. In het stuk passeren alle mogelijke negatieve stereotypes over Joden de revue, en eindigt Shylock met minder dan niets, en een eis zich tot het christendom te bekeren.
Dat Hogarth Press (de uitgeverij lanceerde in 2015 een fel geanticipeerde reeks Shakespeare-herschrijvingen met Het gat in de tijd van Jeanette Winterson, haar versie van The Winter's Tale) voor de Joods-Britse Howard Jacobson koos voor het hervertellen van het stuk, kwam voor weinigen als een verrassing. Hij schreef ooit een studie over Shakespeare, en zijn romans exploreren niet enkel alle mogelijke lagen van humor en ironie, maar ook veel van wat met Joods-zijn te maken heeft. In The Finkler Question, de roman waarvoor hij in 2010 de Bookerprize kreeg, stelt hij de vraag die ook in Shylock is mijn naam centraal staat: wat betekent het om Joods te zijn?
In de zoektocht naar antwoorden schenkt Jacobson Shylock een hedendaagse dubbelganger: Strulovitsj, een kunstverzamelaar uit Cheshire die zijn handen vol heeft aan een opstandige dochter, en enkel op Joodse tradities ha-mert als hij zo kan vermijden dat zijn dochter voortijdig aan het rollebollen gaat.
Resem knipogen
Strulovitsj schrikt niet wanneer hij Shakespeares Shylock op een kerkhof ontmoet (zijn moeder beweerde ooit Hitler aftershave te hebben zien kopen), en neemt hem mee naar huis, waar de geschiedenis zich, met een hele resem knipogen en aanpassingen, kan herhalen.
Centraal in Shakespeares stuk is het contract dat koopman Antonio in een vlaag van overmoedigheid ondertekent en waarin hij Shylock in ruil voor een lening zonder rente, een pond van zijn vlees be-looft indien hij zijn schuld niet kan inlossen. In Shylock is mijn naam verdwijnt het contract, maar blijft het pond vlees (spoiler: niet ter hoogte van het hart).
Niemand is Strulovitsj geld verschuldigd, maar hij voelt zich sowieso tekortgedaan. In de eerste plaats door zijn minderjarige dochter Beatrice, die het op een lopen zet met een breinloze tweederangsvoetballer die herhaaldelijk de nazigroet bracht. Maar ook door D'Anton (Antonio uit het origineel), de kunstminnende mannenliefhebber die hem niet wou steunen in het oprichten van een museum met Brits-Joodse kunst, en ook schuld treft in de 'match' tussen zijn dochter en de volslagen idioot met wie ze naar Venetië trok. 'De wrede Jood wil wraak.'
Het is slechts een van de stereotypes over Shylock die Jacobson met een satirisch zwaard ontleedt. Hij krijgt daarbij de hulp van Leah, Shylocks overleden vrouw. Het feit dat Jacobson ook haar een stem geeft, is misschien wel een van de mooiste dingen aan het boek: door Shylock Leah te schenken, zo gaf Jacobson zelf aan, wou hij een vergrootglas zetten op een fragment uit De koopman van Venetië dat Shylock menselijk maakt: het verdriet wanneer hij hoort dat zijn dochter de ring die zijn overleden vrouw hem schonk ingeruild heeft voor een aap.
Oppervlakkige tuttebel
Een goede hervertelling moet aan de muur blijven plakken als je ze ertegenaan gooit. Shylock is mijn naam blí´jft kleven, op een paar gekunstelde wendingen en overdreven pogingen grappig te zijn na, maar lijkt op het eerste gezicht te zullen moeten lossen in de herschrijving van Portia, die in het origineel grotendeels verantwoordelijk is voor de ondergang van Shylock. In Howardsons handen verwordt ze tot een oppervlakkige tuttebel die geschillen oplost via het internet en tv-shows, maar Howardson zou Howardson niet zijn als ook dat geen doel had gehad.
Ergens halverwege het boek klinkt het 'Heb je geen Roth op de plank staan?' 'Joseph, Cecil, Henry, Philip? Ik heb kasten vol Roth.' 'Philip kan er wel mee door.'
Het is een knipoog naar een interview waarin Jacobson ooit liet optekenen dat hij net zo goed de Joodse Jane Austen genoemd kon worden als de Engelse Philip Roth. Het maakt duidelijk wat hij vindt over labels en de oordelen die ze opdringen, en wil het nu net dat zijn waar het in de volledige receptiegeschiedenis van De koopman van Venetië om gaat.
Iedereen een beetje Shylock? Jacobson komt met veel, maar niet met eenduidige antwoorden. Zoals hij het zelf stelt: "Dodelijke twijfel is niet zo dodelijk als dodelijke zekerheid".
Kathy Mathys
il/pr/22 a
Om Shakespeare te vieren laat de Engelse uitgeverij Hogarth schrijvers van nu aan de slag gaan met het oude werk. Jeanette Winterson maakte met Het gat in de tijd een geslaagde remake van De wintervertelling, nu is het de beurt aan Howard Jacobson met Shylock is mijn naam.
Jacobson, schrijver van J en De kwestie Finkler, geeft al een halve eeuw les over Shakespeare en dat is niet de enige reden waarom hij geschikt is voor deze coverversie.
De koopman van Venetië, een vroege komedie van Shakespeare, geeft sommige lezers een ongemakkelijk gevoel. Portretteerde Shakespeare Shylock, de koopman die van geen wijken wilde weten, op een antisemitische manier? Volgens sommigen wel. Antisemitisme, vervolging en de vraag naar wat Joods zijn inhoudt: het staat centraal in Jacobsons werk.
In The Guardian zegt de schrijver dat hij geen post-Holocaustversie heeft willen maken, geen verbetering van het origineel. Wel toont hij Shylocks menselijke kant. Shakespeare laat Shylock terloops refereren aan zijn status als weduwnaar en dat ontroerde Jacobson, daar wilde hij verder op borduren.
In het origineel wenst edelman Bassiano indruk te maken op zijn geliefde Portia. Daarvoor heeft hij geld nodig. Hij klopt aan bij zijn vriend Antonio voor een lening. Die leent op zijn beurt geld bij de Joodse geldschieter Shylock. Slaagt Antonio er niet in om het geld tijdig terug te betalen, dan wil Shylock een pond vlees uit Antonio's lichaam. Shakespeare toonde zijn Joodse personage als een gierige handelaar, maar hij liet ook het antisemitisme zien van de christenen in Venetië.
Vaders en dochters
Jacobsons versie is hedendaags en speelt in Cheshire, waar Simon Strulovitsj, een nieuwe rijke die kunstprojecten subsidieert en zich hult in excentrieke kamerjassen, zich zorgen maakt om zijn dochter Beatrice. Hij is geen praktiserend Jood en toch vindt hij het maar niks dat Beatrice uitgaat met christelijke mannen. In Shylock vindt Strulovitsj een raadsman. 'Ik ben één en al les. Eén en al voorbeeld', klinkt het bij Shylock die vergelijkbare zorgen heeft. Zijn dochter is er ook vandoor met een christen en beide heren zijn alleen: Strulovitsj' vrouw is haar geheugen kwijt na een herseninfarct.
De gesprekken tussen de twee mannen zijn soms komisch, soms ernstig, soms uitputtend. Wat betekent het om Joods te zijn? Tot waar reikt de vaderlijke inspraak? Hoe verhoudt de Joodse cultuur van het woord zich ten opzichte van het heidendom? Daarover praten ze in Jacobsons typische lange zinnen vol taalvernuft.
Portia heet hier Plurabelle. Zij is een lichtgewicht die dweept met Paulo Coelho en die zich om de haverklap laat verbouwen. Haar goede vriend D'Anton (Antonio) komt lijnrecht tegenover Strulovitsj te staan. Laatstgenoemde wil dat het liefje van zijn dochter zich laat besnijden. Gebeurt dit niet, dan dient D'Anton de ingreep te ondergaan.
De scènes die in Plurabelles milieu van voetballers, astrologen en rappers spelen, zijn luchtig. Woorden spatten als zeepbellen uiteen zodra ze Plurabelles volle mond hebben verlaten.
Jammer dat de meeste personages zo karikaturaal zijn; eigenlijk is Shylock de enige met drie dimensies, al hebben ook Beatrice en Strulovitsj hun momenten van inzicht. Het interessantst wordt het wanneer we neerstrijken bij het graf van Shylocks vrouw of wanneer de vader dochter Beatrice bespioneert.
Net als alle boeken van Jacobson is dit een liefdesverhaal, in dit geval gaat het om de liefde tussen man en vrouw, tussen vader en dochter. Het is ook een roman over de perceptie van Joden door buitenstaanders en van binnenuit. Af en toe is er sprake van déjà vu: Jacobson schrijft in wezen altijd hetzelfde boek.
HOWARD JACOBSON
Shylock is mijn naam.
Vertaald door Lidwien Biekmann, Nijgh & Van Ditmar, 320 blz., Oorspronkelijke titel: 'Shylock is my name'.
In de Hogarth Shakespeare Series gaan bekende schrijvers aan de slag met stukken van Shakespeare en bewerken ze tot romans. Jeanette Winterson en Howard Jacobson hebben de spits afgebeten en zijn al in het Nederlands vertaald. Staan op stapel tot 2021: Anne Tyler, Margaret Atwood, Jo Nesbø, Edward St. Aubyn, Tracey Chevalier en Gillian Flunn.
De auteur: Brit (1942), won in 2010 de Man Booker Prize voor De kwestie Finkler.
Het boek: een extreme make-over van Shakespeares De koopman van Venetië.
ONS OORDEEL: Jacobson schrijft in wezen altijd hetzelfde boek.
Theo Vos
The Hogarth Shakespeare, een initiatief van Vintage (Random House) herdenkt Shakespeares 400e sterfjaar in 2016 met een op diens stukken gebaseerde reeks romans. Hier is 'The merchant of Venice' aan de beurt, zijn meest controversiële, antisemitische stuk. Howard Jacobson (1942), bekend als de Britse meester van Joodse zwarte komedies, weet daar wel raad mee. In zijn boek ontmoet de schatrijke kunstverzamelaar en filantroop Strulovitsj, bij een bezoek aan het graf van zijn moeder, Shylock die het graf van zijn vrouw bezoekt. Strulovitsj vertelt over zijn problemen met vroegrijpe zestienjarige dochter Beatrice. Zij vrijt met een domme, gojse voetballer die op het veld de Hitlergroet bracht! De jongelui worden geprotegeerd door de vulgaire tv-persoonlijkheid Plurabelle en haar homoseksuele hartsvriend D'Anton. Shylock heeft een vergelijkbaar verhaal over zijn eigen dochter en al gauw raken ze zó aan de praat dat Strulovitsj zijn 'dubbelganger' als vriend in zijn huis opneemt. Jacobson is humoristisch én analytisch scherp in deze in fictie verpakte, provocerende verhandeling over de (moderne) Joodse identiteit en de oorsprong van het antisemitisme.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.