Een man die vreest als jongen zijn werkgever, die een vaderfiguur voor hem was, te hebben gedood en destijds ook in de liefde is ingewijd door een oudere, roodharige vrouw, ziet zich jaren later met de gevolgen geconfronteerd.
Een sultan van het Ottomaanse Rijk isoleert in 1901 een eiland nadat daar een pestepidemie is uitgebroken. De inspecteur die hij stuurt wordt al snel dood gevonden, dus moeten zijn nicht en haar echtgenoot de situatie uitzoeken.
De beheerder van een ietwat verlopen hotel in een onbestemd stadje raakt in de ban van een anonieme vrouwelijke gast, verliest langzaam maar zeker zijn verstand en menselijke waardigheid en laat zijn leven eindigen in een catastrofe.
Een man brengt zijn tijd door met schrijven in zijn dagboek en wandelen door de stad en leeft tegelijkertijd in dromen en werkelijkheid en voorstellingen van 'haar' of 'de ander'.
Het leven van twee mannen van middelbare leeftijd die samen een huis in Ankara bewonen, verliest alle rust wanneer een jong meisje bij hen komt wonen en ze beiden verliefd op haar worden.