In de jaren zestig verdwijnt een jongen in het afgelegen binnenland van Zweden. Jaren later wordt door de lentedauw onthuld hoe hij werkelijk aan zijn einde kwam.
Zweden, eind 19e eeuw: de 14-jarige Britta werkt in een houtzagerij en haar ouders kunnen maar net het hoofd boven water houden, maar dan gebeurt er iets dat haar toekomst op zijn kop zet.
Bundeling van drie verhalen over Pleijels Zweedse familie: van Herman Schützer, lijfarts van de koningin; over toneelspeler Lars Hjortsberg, lieveling van de koning; tot Lars’ kleinkinderen, de doofstomme Albert en de muzikale Helena. Albert strijdt tegen zijn beperkingen, Helena tegen de regels van hun strenge vader.
Wanneer rechercheur Irene Huss met haar team de dood van een welgestelde beursmakelaar onderzoekt, breidt de kring van mogelijke verdachten zich langzaam uit.
Een jongen die door een dyslectische stoornis nooit het lezen en het schrijven kan leren, leert alles wat hij weet over het leven uit de dramatische afbeeldingen in de Bijbel van Doré. Zelfs als hij door zijn vader naar een instelling wordt gestuurd, blijft hij optimistisch in het leven staan. Zijn leven zonder letters lijkt een en al harmonie. Maar de lezer, die de letters wel kan lezen, leert stukje bij beetje hoe de werkelijkheid écht in elkaar steekt.