De Nederlandse schrijver Oscar van den Boogaard schrijft een epos over twee Nederlandse families die op de grens met Duitsland wonen. Tegen de achtergrond van de geschiedenis van de 20e eeuw vallen hun levens met horten en stoten in een bepalende plooi. De roman is een familiegeschiedenis, deels van de auteur, deels verzonnen. Opvallend: in de roman schrijft Van den Boogaard dat hij een zoon is van de Nederlandse prins Bernhard en bijgevolg dus een halfbroer van prinses Beatrix.
Een verzameling van essays van Belgische schrijvers over Nederland, en van Nederlandse schrijvers over België. De teksten gaan onder andere over de kleine en grote verschillen die de verhoudingen tussen Belgen en Nederlanders bepalen. Zo is er de Nederlandse drang om alles gezellig te vinden en veel te vergaderen, en het Vlaamse gebrek aan nationale trots of stedenbouwkundige principes. Ook de evoluties en de nuances in de verhoudingen tussen beide volkeren komen uitgebreid aan bod.