Op een ijskoude ochtend in december spoelt het naakte lijk van een jonge vrouw aan op de oever van de Dijle. Zodra Thomas Berg, hoofdinspecteur bij de politie van Leuven, ter plaatste komt, stelt hij tot zijn schrik vast dat hij het slachtoffer de avond voordien heeft ontmoet op de receptie van een tentoonstelling. Samen met zijn team probeert Berg te achterhalen wie de brutale moord op zijn geweten heeft en wat de betekenis is het van het vreemde voorwerp dat in het lichaam van het slachtoffer wordt aangetroffen. Gaat het om een seksuele moord? Of heeft de dood van de jonge vrouw iets te maken met een mysterieuze, 15de-eeuwse incunabel die al wekenlang de gemoederen in Leuven verhit?
Het vaste trio, Van In, Versavel en Martens, wordt geconfronteerd met de bijna rituele moord op een oude rijke bankier. Het spoor leidt naar een Griekse terreurorganisatie en de voorzitter van de raad van bestuur van de Bilderberggroep. Een majoor bij de militaire inlichtingendienst biedt zijn hulp aan.
Brugge wordt opgeschrikt door een lugubere moord: een argeloze voorbijganger vindt het onthoofde lichaam van een man van middelbare leeftijd. Uit de lijkschouwing blijkt dat het gaat om een onthoofding met een guillotine. Al gauw ontdekken de speurders dat het slachtoffer burgemeester was van een Brusselse faciliteitengemeente. De zaak wordt complexer wanneer een tweede moord gepleegd wordt op een militant van het Vlaams Belang. Hangen de moorden samen?
Wanneer een potvis aanspoelt aan de Belgische kust spannen een man, een hoteluitbaatster, een slager en een schrijver samen om de amber illegaal te verkopen aan criminelen.
Een rechercheur in Kopenhagen is vanwege zijn lastige karakter weggepromoveerd naar een nieuwe baan: hoofd van de afdeling Q die bijzondere en onopgeloste oude moordzaken onderzoekt. Zijn eerste zaak is de raadselachtige verdwijning van een jonge linkse politica.