Warschau, eind de jaren dertig, begin de jaren veertig. In de Krochmalnastraat 92 staat het weeshuis van Dokter Korczak. Eén van de wel 200 kinderen in het weeshuis heet Blumka. Zij vertelt in haar dagboek in woord en in beeld over het leven en over de andere kinderen in het weeshuis. Over Zygmus die altijd honger heeft en zelfs levertraan lekker vindt en Pola die een erwt in haar oor stopte en Szymek die de meeste uien kan pellen. En natuurlijk vertelt ze ook over ‘Onze Dokter’ die vindt dat je kinderen de waarheid moet vertellen, dat kinderen even belangrijk zijn als volwassenen, dat jongens af en toe – als het echt niet anders kan – mogen vechten en nog zoveel meer. Tot de oorlog uitbreekt en Blumka niet langer in haar dagboek kan schrijven.
De drie rovers zijn mannen met lange zwarte capes en beangstigende, samengeknepen ogen. Iedereen is bang voor ze! Tot ze de vrolijke Tiffany ontmoeten… Zij is in een koets op weg naar het weeshuis wanneer de rovers de koets overvallen. Dolenthousiast smeekt ze de rovers om haar te ontvoeren zodat ze niet naar het weesthuis moet. De drie rovers is een kostelijk en vreugdevol sprookje over goed en kwaad met een hartverwarmende hoofdfiguur (www.cinebib.be)