In Angola komen de levens van een journalist, een afgezwaaide Unita-rebel, een Mozambikaanse kunstenares en een Braziliaanse neuroloog samen als jongeren in opstand komen tegen de dictator.
In Angola is het koloniale Portugese verleden nog altijd van invloed op het moderne leven en vermengen traditionele praktijken zoals bezweringsrituelen zich met de moderne uitwassen van corruptie.
De verteller, een gekko, die in een vorig leven een bibliothecaris was, is getuige en deelgenoot van het leven van Felix Ventura. Ventura handelt in verledens, hij voorziet met name de nieuwe elite in Angola van een nieuw verleden. Hij verzint een goede stamboom, desgewenst een gelukkige jeugd, en levert foto's van beroemde voorouders. Natuurlijk moet dit een keer mis gaan, je kunt immers niet aan je verleden ontsnappen. Verleden en heden gaan door elkaar lopen wanneer de mysterieuze vreemdeling José Buchmann binnenstapt bij Felix Ventura.
Erwin Mortier interviewt acht minderjarige asielzoekers die vanuit verschillende brandhaarden ter wereld naar België gevlucht zijn. Hij laat de jongeren van gemiddeld 15 jaar uit ondermeer Angola, Burundi, Koerdistan en Brazilië hun eigen verhaal vertellen. De verhalen worden begeleid door portretfoto's in kleur en zwart-wit van het leven in opvangcentra. Het boek is samengesteld op verzoek van een Belgische pleegzorgorganisatie.
Aan de vooravond van de Angolese onafhankelijkheid metselt Ludo, een vrouw met straatvrees, zich in haar flat in Luanda in. In volledige eenzaamheid duikt ze er de komende dertig jaar onder en overleeft ternauwernood een burgeroorlog.
In de periode 1641-1648 probeert de Vlaamse slavenhandelaar Baltazar van Dum zich met zijn familie staande te houden aan de Angolese kust, die door de Hollanders bezet wordt gehouden.