De zeventienjarige arbeidersjongen Tommy, die worstelt met zijn schoolprestaties en de afwezigheid van zijn vader, heeft als grote droom: naar Engeland gaan.
In de ontwikkeling van een jongeman tekent zich de industrialisatie en groeiende sociale onrust in Nederland aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw af.
De Italiaanse directeur van een Duitse multinational heeft een prettig sociaal leven. Dan spreekt in een bar iemand hem aan met een verkeerde naam: blijkbaar heeft hij een dubbelganger.