Drie Libische mannen die in de jaren '80 in Londen vrienden voor het leven zijn geworden, worden meer dan dertig jaar later door de revolutie in Libië gedwongen om te kiezen tussen het leven dat ze voor zichzelf hebben gecreëerd en het leven dat ze achter zich hebben gelaten.
Buenos Aires, 1940. De Poolse Vicente Rosenberg leeft met zijn gezin in de Argentijnse hoofdstad. Door de brieven van zijn moeder die in het joodse getto in Warschau woont, vraagt hij zich af wat joods-zijn betekent.
De Indonesische journalist Dimas wordt, als hij in Parijs is terwijl er in Indonesie͏̈ een coup wordt gepleegd, niet meer toegelaten tot zijn vaderland.
Een half-Joodse verzetsman die Duitsland in 1934 halsoverkop moest ontvluchten, keert na twintig jaar ballingschap in Engeland terug in Berlijn om contact te zoeken met zijn familie.
Tamouna en Tamaz ontmoeten elkaar tijdens een vakantie aan de Georgische Zwarte Zee in de zomer van 1921, als Tamouna vijftien is. Het is liefde op het eerste gezicht maar het leven drijft hen uit elkaar. Zij vlucht met haar familie naar Frankrijk en hoewel ze elkaar nog af en toe tegenkomen, kunnen ze nooit écht bij elkaar zijn. Op haar negentigste verjaardag geeft Tamouna een groot feest. Zal Tamaz deze laatste kans aangrijpen om haar nog een keer te zien? In flashbacks volgt de lezer het leven van Tamouna: haar jeugd in Georgië, haar ballingschap in Frankrijk en de verdwijning van haar vader.