De in 1921 naar Berlijn gevluchte dichter Van Ostaijen komt in een broeinest van drugs, drank en complotten terecht, terwijl zijn vriendin minnares wordt van een psychiater die een dossier bezit van een man die meer dan tien jaar later het aanzien van Duitsland en de wereld zal veranderen.
Een jonge Turkse man, die door zijn vader naar Berlijn is gestuurd om meer over de handel in zeep te leren, gaat daar echter Duits studeren en krijgt een relatie met een jonge Duitse vrouw.