Lina, een 12-jarig Filippijns meisje, is door haar vader verkocht aan een bareigenaar in Manilla. Zo komt zij in de kinderprostitutie terecht. Vanaf ca. 14 jaar.
Bij een waterval ontdekt de Filippijnse Pio een haan. Hij traint het beest voor deelname aan een gevecht. Als zijn haan wint, kan Pio hem voor veel geld verkopen. Dan hoeft hij niet meer te werken en kan hij weer naar school.
Anouk, Liz, Ramona, Paul en Hugo gaan stage lopen op de Filipijnen waar ze verschillende kindertehuizen gaan bezoeken en sportlessen geven. Maar de meiden worden ontvoerd en verkocht aan de Fugao-stam die een tekort aan vrouwen heeft.
Een student besluit zijn kinderdroom te volgen en een roman te schrijven. Terwijl zijn hoofdpersonage avonturen beleeft, gaat het met de schrijver van kwaad tot erger.
Bij een waterval ontdekt de Filippijnse Pio een haan. Hij traint het beest voor deelname aan een gevecht. Als zijn haan wint, kan Pio hem voor veel geld verkopen. Dan hoeft hij niet meer te werken en kan hij weer naar school.
In de Hudson vindt men het lichaam van Crispin Salvador, een Filippijnse schrijver. Zijn schijnbare zelfmoord trekt in New York nauwelijks de aandacht, maar in eigen land staat Salvador niet alleen bekend als een literaire grootheid, ook zou hij al twintig jaar aan een alles onthullende roman werken, een groots epos over de Filippijnen, over de elite van dat land en hun betrokkenheid bij corruptie, ontvoeringen en gokken. Collega-schrijver Miguel Syjuco gelooft niet in zelfmoord, en wil bovendien Salvadors verloren manuscript vinden. Zijn zoektocht naar de waarheid voert hem terug naar de Filippijnen, het land waarvan Salvador een banneling was.