In de nazomer van 1939 maakt Hilsenrath zijn testament op. Hij vertelt over de wereld waar hij vandaan komt: de kleine sjtetl aan de rivier de Pruth, aan de oostgrens van de oude Donaumonarchie. Het is een wereld die alleen uit verhalen schijnt te bestaan, verhalen waar geen eind aan lijkt te komen, maar waarvan de gruwelijke afloop toch al vaststaat. Geruchten, anekdotes en wetenswaardigheden uit het leven van de bewoners van een kleine gemeenschap.
De lijdensweg van een eenvoudige Joods-Russische handwerksman die omstreeks 1910 wegens een klein vergrijp gearresteerd wordt en, beschuldigd van het plegen van een rituele moord, onder mensonterende omstandigheden, zonder uitzicht op een eerlijk proces, gevangen wordt gehouden.
Wanneer haar Joodse buren worden vernederd, beroofd en doodgeschoten, verlaat een vrouw haar huis en begint een zwerftocht door de omgeving om te verkondigen dat Jezus een Jood was en dat men de Joden daarom niet had mogen vermoorden.
Een Duits-joodse immigrant in New York in het begin van de jaren vijftig probeert zijn herinneringen aan en zijn frustraties van de Tweede Wereldoorlog van zich af te schrijven.
Als een vrome joodse man in Amerika door een auto-ongeluk in het ziekenhuis belandt, komen herinneringen aan zijn verblijf in Duitse concentratiekampen boven.