Een vrouw wil een kind, nu! Haar man gaat direct op pad. Wat voor kind zou ze graag hebben? Een jongetje of een meisje? Blond of bruin? Hij wijst een reeks kinderen af. Het kindje dat hij meebrengt, is toch niet helemaal zoals zijn vrouw verwacht had.
Wanneer de koning zijn hulp inroept om een draak te verslaan, grijpt de zeepridder zijn zwaard en washandje, en gaat op pad. Over de belevenissen van een ridder met smetvrees die goed kan vechten.
Jobs moeder koopt een kip, maar die legt geen eieren. Moeder geeft haar nog een week de tijd: als ze dan nog niks gelegd heeft, zal ze opgegeten worden. Job en de duif zoeken een manier om de kip een ei te laten leggen.
Een jongen beschrijft het leven van zijn oma, van baby tot bejaarde vrouw. Zijn oma heeft moeite om haar leeftijd en namen te herinneren. Soms droomt ze over vroeger en huilt. De jongen vraagt zich af wat er later met zijn oma zal gebeuren.
Jacques is een kleine mollige hond met een baret en een trui. Met zijn beste vriendje meneer Wiebelsok beleeft Jacques spannende avonturen. Met zijn humor en na?eve kijk op alledaagse gebeurtenissen is hij onweerstaanbaar! Jacques naar de stad Vandaag gaan Jacques en meneer Wiebelsok naar de stad. Ze drinken een kopje thee in een caf?, bekijken winkeltjes en ze bezoeken een museum. Daar zien ze dat een dief een kunstwerk wil stelen. Wat moeten ze doen?
Mark gaat elke dag naar een puppy kijken in de dierenwinkel. Hij mag hem niet hebben van zijn ouders. De eigenaar geeft hem daarom een ei. Uit dat ei komt een dino. Hoe moet Mark die verzorgen? En hoe houdt hij hem verborgen?
Marius Mindermeer is gek op boeken, maar zijn eigen levensverhaal mist schwung. Hij neemt zijn intrek in een gebouw vol levende boeken, die hij verzorgt. ’s Nachts, wanneer de boeken slapen, schrijft hij verder aan zijn eigen verhaal.
Thomas vertelt zijn vriend Ole dat hij een broertje of zusje krijgt. Ole maakt hem wijs dat zijn ouders een baby nemen omdat ze niet meer van hem houden. Thomas doet zijn best om de ideale zoon te zijn, maar zijn ouders hebben het niet door.
Het jongetje Tuur trekt door de stad en zet zijn oren open. De stadsgeluiden - van fietsgerinkel naar sirenes tot de trompetten van de fanfare - trekken hem in de wondere wereld van de ligaturen, schreven, holwitten, onderkasten en majuskels. Op een poëtische en ritmische stroom van woorden en klanken baant het jongetje zich een weg doorheen de stad. Tuur smult van een ijsje, loopt mee in een parade vol clowneske figuren, bestudeert de verschillende schoenen om zich heen, springt tussen de duiven.
Op een avond hoort een jongetje een zacht gefluister. Het is zijn overleden zusje, die hem uitnodigt voor een fietstocht. Ze passeren haar graf en het ziekenhuis waar ze lag, maken een boottochtje en eten marsepein. De volgende dag is zus verdwenen.
Vik heeft twee honden: Han, een grote waakhond die zijn hok in de tuin heeft en Sip, een klein hondje dat erg graag geaaid wordt en een warm nestje heeft binnen. Op een morgen laat Vik per ongeluk de deur op een kiertje staan. Han en Sip wisselen een dagje om.
Jacques, een kleine mollige hond met een baret, heeft een briljant idee: hij gaat op vakantie en natuurlijk gaat zijn beste vriendje meneer Wiebelsok met hem mee. Naar het strand. Het wordt een groot avontuur met een zandkastelenwedstrijd, een haai en een echte schat!
Karel Eend fantaseert over een liefje dat hij kusjes en koosnaampjes kan geven. Hij plukt bloemen, danst in het rond, knutselt zelfs een pop die hij meeneemt op een picknick. Dan schuift iemand een briefje onder zijn deur door.
De jongen houdt van stil. Het meisje houdt van wild. Hij is Jakob. Zij is Jakoba. Ze durft alles wat hij niet durft. En ze kan alles wat hij niet kan. Maar dan gebeurt er iets... En plots is het andersom.