Een klein meisje vertelt haar hond precies om welke redenen ze zoveel van hem houdt. Prentenboek met eenvoudige tekeningen in kleur. Vanaf ca. 2,5 jaar.
Nadat een jongen een pingui͏̈n naar de Zuidpool heeft gebracht en weer op weg is naar huis, beseft hij dat hij de pingui͏̈n erg mist en keert om. Prentenboek met sfeervolle illustraties in sprekende tinten. Vanaf ca. 3 jaar.
Jasmijn is haar hond Boef kwijt. Eekhoorn Max, de dieren in het bos en alle wijze bomen helpen haar. Zo wordt ze van binnen groot en sterk. Prentenboek met kleurrijke illustraties over een zoektocht naar zelfvertrouwen. Vanaf ca. 4 jaar.
Vol zelfvertrouwen vliegt Pieter de pingui͏̈n in de lucht totdat een jaloerse zeemeeuw hem vertelt dat pingui͏̈ns helemaal niet kunnen vliegen. Prentenboek met grote, eenvoudige schilderingen in zachte kleuren. Vanaf ca. 3 jaar.
Een aapje is met zijn vader onderweg in de bananenscooter. Maar wat is het druk op de weg! Het ongeduldige aapje springt uit de scooter en slingert via allerlei gekke voertuigen naar voren in de file. Tekstloos oblong prentenboek met vrolijk gekleurde, fantasierijke tekeningen. Vanaf ca. 3 jaar.
Een jager en zijn hond die zijn verdwaald, belanden in de schilderijen van Pieter Bruegel de Oude. Ze reizen van het ene naar het andere kunstwerk. Zullen ze hun schilderij terugvinden? Tekstloos prentenboek met kleurenillustraties, gebaseerd op werk van de schilder. Vanaf ca. 6 jaar.
Ook in Turkije kunnen de winters koud en guur zijn. En dan is het moeilijk voor de dieren om iets eetbaars te vinden. Dat ervaart ook het konijn uit Kirmizi elma. Op een koude, besneeuwde winterdag ziet het tot zijn grote vreugde een grote, rode appel hangen. Maar hoe het konijn ook springt, tot bij de appel raken lukt hem niet. Hij krijgt de onverwachte hulp van de veldmuis, de vos en de beer. Alleen jammer dat de vos moet niezen…
Vorrei avere betekent 'Wat ik zou willen hebben…'. Op elke pagina wenst het ik-personage zich een bijzondere eigenschap van telkens een ander dier. Wie zou niet, net zoals de zwarte panter, ongezien willen sluipen in de donkere nacht? Of net als de wilde gans zijn vleugels uitslaan in de herfst, en warmere oorden gaan opzoeken?
In woord, maar vooral in beeld, toont dit boek wat er in één enkele seconde op de hele wereld gebeurt. Kleine, uit het leven gegrepen gebeurtenissen, zoals een sinaasappel die uit een boom valt, een jongen die leert fietsen of een auto die in de file staat, worden afgewisseld met spannende, niet-alledaagse situaties: een lift blokkeert, een schip vecht tegen de storm, honden voelen een aardbeving.
Warschau, eind de jaren dertig, begin de jaren veertig. In de Krochmalnastraat 92 staat het weeshuis van Dokter Korczak. Eén van de wel 200 kinderen in het weeshuis heet Blumka. Zij vertelt in haar dagboek in woord en in beeld over het leven en over de andere kinderen in het weeshuis. Over Zygmus die altijd honger heeft en zelfs levertraan lekker vindt en Pola die een erwt in haar oor stopte en Szymek die de meeste uien kan pellen. En natuurlijk vertelt ze ook over ‘Onze Dokter’ die vindt dat je kinderen de waarheid moet vertellen, dat kinderen even belangrijk zijn als volwassenen, dat jongens af en toe – als het echt niet anders kan – mogen vechten en nog zoveel meer. Tot de oorlog uitbreekt en Blumka niet langer in haar dagboek kan schrijven.
Ik liep en ik liep is een aloud kinderrijmpje met een lange traditie in de Iraanse cultuur. Het is een stapelverhaal: een jongen gaat op weg en vertelt wat en wie hij allemaal tegenkomt. Twee vrouwen geven hem water, dat hij aan de wei schenkt, waardoor het gras groeit, waarvan de geit smakelijk eet, zodat de jongen haar melk aan de bakker kan schenken, en ga zo maar door…