Een tot het christendom bekeerd joods meisje moet als helderziende in 1553 nar worden aan het hof van koning Edward VI van Engeland en raakt betrokken bij de rivaliteit tussen diens twee zusters.
De jonge Mary Tudor groeit op als kroonprinses totdat haar vader, koning Hendrik VIII van Engeland, een andere vrouw trouwt en zij als dienstmeid van haar stiefzusje moet werken.
De drie Tudor zussen die in de 16e eeuw koninginnen werden van Engeland, Schotland en Frankrijk, behouden ondanks oorlogen en intriges een hechte relatie.