'Mag ik met je spelen?' Op een zomerdag in 1985 ontmoet Margaux, de auteur, de veel oudere Peter in het buurtzwembad en stelt hem precies die vraag. Zij is zeven, hij is eenenvijftig. Wanneer Peter haar en haar moeder uitnodigt om bij hem thuis langs te komen, treft het meisje er een waar kinderparadijs aan. Haar moeder is niet in staat om goed voor Margaux te zorgen en leeft in een constante angst voor haar agressieve echtgenoot. Ze is Peter dankbaar voor alle aandacht die hij aan haar dochter besteedt en binnen de kortste keren brengt Margaux al haar tijd met Peter door. Gaandeweg neemt hij de rol aan van Margaux' vriend, vader en minnaar.
Wanneer twee kinderen in de gymnastiekzaal van hun school in Kopenhagen vijf mannelijke lijken ontdekken, komt Konrad Simonsen met zijn team in actie. Bij het onderzoek worden zij uit diverse hoek tegengewerkt.
Een Ierse jongeman studeert na zijn seminarietijd af in Rome en belandt daarna in een steeds groter wordend isolement door een snel veranderende samenleving en schandalen binnen de rooms-katholieke kerk.
Een broeder is getuige van seksueel misbruik en vernedering van jongens in een pensionaat bij een mannenkloostergemeenschap, maar zwijgt hierover net als iedereen.
Een man die bij gebrek aan bewijs is vrijgesproken van een zedenmisdrijf is vastbesloten niet weer de fout in te gaan; zijn routine en vastberadenheid worden echter aan het wankelen gebracht door zijn 10-jarig buurmeisje dat steeds zijn gezelschap zoekt.
Als de achternicht van een plotseling onvindbare bisschop een scriptie maakt over kindermisbruik in de rooms-katholieke kerk, ontrolt zich een afschuwelijke familiegeschiedenis.