In dit origineel prozadebuut mengt Ní Ghríofa autofictie met essay om haar eigen leven te linken aan dat van de 18de eeuwse Ierse dichter Eibhlín Dubh Ní Chonaill.
Gedichten waarin het persoonlijke lot wordt verbonden met de woelige cultuur van Europa, de nadruk ligt op kunst, religie en politiek en waarin verleden en heden steeds ineenvloeien.
Keuze uit de gedichten en prozastukken van de Vlaamse auteur (1896-1928) met inleiding over zijn leven en werk (deze editie inclusief de gedichtencyclus 'De kringen naar binnen' (uit 'De bezette stad') met het gedicht 'Boem Paukeslag'.