Rikki zorgt ervoor dat een konijntje, dat er anders uitziet dan de andere, toch met hun spelletjes mag meedoen. Prentenboek met eenvoudige illustraties in kleur. Vanaf ca. 4 jaar.
Hardkartonnen prentenboek voor jonge kinderen, over een rupsje dat zich vol eet tot het een vlinder wordt. In de bladzijden met achtereenvolgens 1 appel, 2 peren, 3 pruimen enz. zitten op de plaatsen waar de rups doorheen heeft gegeten, gaatjes in het papier.
Hazeltje probeert Grote Haas uit te leggen hoeveel hij van hem houdt. Dat is niet gemakkelijk, want Grote Haas antwoordt steeds dat hij nog meer van hem houdt. Als Hazeltje springt, springt Grote Haas hoger etc.
Sinterklaas en zijn pieten hebben veel werk verzet voordat ze per stoomboot in Nederland aankomen met al hun pakjes. Tekstloos prentenboek met grote, zeer gedetailleerde illustraties in sprekende kleuren. Vanaf ca. 4 jaar.
Tekstloos prentenboek dat de kijker meeneemt op een wereldreis, waarbij ook stukjes geschiedenis aan de orde komen. In de zeer gedetailleerde, kleurrijke prenten zijn zoekopdrachten verwerkt. Vanaf ca. 4 jaar.
Thomas is blind en gaat naar een gewone school. Als hij een brief aan sinterklaas schrijft, doet hij dat in braille. Prentvertelling met paginagrote llustraties in heldere kleuren en praktische tips voor begeleiders over blindheid. Vanaf ca. 6 jaar.
Nadat een peuter zijn speelgoedaap heeft verloren, gaan allerlei dieren met die aap aan de haal, totdat hij wordt gered door een poppendokter. Tekstloos prentenboek met sfeervolle platen in warme tinten. Verkleinde, hardkartonnen uitgave. Vanaf ca. 3 jaar.
Praktische handleiding voor werkers in de geestelijke gezondheidszorg voor een activiteit ter stimulering van verstandelijk gehandicapten en andere mensen met een beperking door het bieden van zintuiglijke, niet-verbale prikkels.
De moeder van Stan is ongeneeslijk ziek en brengt haar laatste dagen thuis door. Stan moet leren accepteren dat zijn moeder dood gaat. Vanaf ca. 8 jaar.
Een set color cards in verband met dieren en vogels. Er zijn 6 categorieën: wilde landdieren, huisdieren, insecten/minibeestjes, reptielen en amfibieën, zeedieren en -vogels.
De kaarten tonen 12 scènes met telkens 2 elementen om te identificeren en met elkaar te matchen. De kaarten zijn hierdoor stimulerend, veelzijdig inzetbaar en laten allerlei aanpassingen toe door de therapeut.
