Een jonge Amerikaanse schrijfster belooft haar vader, een Vietnam-veteraan, om na zijn dood door te gaan met het huis dat hij voor straatkinderen in Ho Chi Minstad (Saigon) oprichtte.
Een Finse man en een Afrikaanse vrouw blikken terug op het verlies van dierbaren en vinden tegen de achtergrond van het Afrikaanse land nieuwe kracht om hun bestaan zin te geven.
De jarenlange omzwervingen van een Oost-Pruisisch meisje door Midden- en Oost-Europa dat in 1945, als ze zeven jaar oud is, door omstandigheden alleen is achtergebleven.
In Stockholm probeert commissaris Evert Grens verband te vinden tussen ruim veertig verslaafde Roemeense straatkinderen die zijn gedumpt en een verminkt lijk dat in de kelder van een ziekenhuis is gevonden.
Een 9-jarig Indiaas dorpsmeisje wordt uit geldnood door haar vader verkocht en naar Mumbai gebracht, waar ze de prostitutie in moet. Op haar vijftiende begint ze een blauw schriftje te vullen met haar belevenissen om zo de vreselijke werkelijkheid wat van zich af te schrijven.