Het leven van een rijke zakenman in Istanbul en zijn familieleden tijdens een grote ommekeer in de Turkse samenleving in de eerste helft van de twintigste eeuw.
In het 17e eeuwse Osmaanse rijk wordt een Italiaanse student de slaaf van een hodja; de twee mannen die als twee druppels water op elkaar lijken, zijn veroordeeld om samen te leven en te werken en deelgenoot te worden van elkaars kennis en geschiedenis.
In een vooraanstande familie in het Ottomaanse Rijk in de bezette stad Istanbul in de tijd 1918-1924 speelt de moeilijke keuze tussen trouw aan traditie of overgave aan de veranderde omstandigheden een grote rol.