Een politieman en een zwarte man die een onderwereldfiguur heeft vermoord, proberen een bestaan op te bouwen in het Boston aan het eind van de Eerste Wereldoorlog, dat geteisterd wordt door politieke onrust en de Spaanse griep.
In Noord-Carolina, 1929, trouwt een jongeman met een mysterieuze vrouw uit Boston; hij brengt haar naar zijn houthakkersbedrijf. Al snel merkt hij dat zij een bijzonder sterke vrouw is met een eigen agenda die niets en niemand kan veranderen.
Het leven van een bekende erfgename raakt in een stroomversnelling als haar vader onverwacht overlijdt en zij uit is op een romance met een kunstenaar.