Een politieman en een zwarte man die een onderwereldfiguur heeft vermoord, proberen een bestaan op te bouwen in het Boston aan het eind van de Eerste Wereldoorlog, dat geteisterd wordt door politieke onrust en de Spaanse griep.
In Noord-Carolina, 1929, trouwt een jongeman met een mysterieuze vrouw uit Boston; hij brengt haar naar zijn houthakkersbedrijf. Al snel merkt hij dat zij een bijzonder sterke vrouw is met een eigen agenda die niets en niemand kan veranderen.
Het leven van een bekende erfgename raakt in een stroomversnelling als haar vader onverwacht overlijdt en zij uit is op een romance met een kunstenaar.
In Kentucky in 1938, ten tijde van de Great Depression, een periode van armoede, honger en extreme winters, probeert een trotse vrouw zich staande te houden.
In een hecht Amerikaans gezin uit het Midwesten staat in 1918 de vrouw en moeder zo centraal, dat man en kinderen totaal ontredderd achterblijven als zij onverwacht overlijdt.
Een kind is door zijn taalachterstand beperkt in zijn vermogen om zijn gevoelens te uiten; volwassenen maken daar misbruik van om het kind te sparen voor de harde werkelijkheid.
Een arme pachtersfamilie in Oklahoma wordt zoals vele lotgenoten in de jaren dertig werkloos. In de hoop in Californie͏̈, het land van zon en wijn, werk en geluk te vinden trekken zij met een oude vrachtauto weg.
Een arme pachtersfamilie in Oklahoma wordt evenals vele lotgenoten in de jaren dertig werkloos en hoopt het geluk te vinden op de plantages in Californie͏̈. Vanaf ca. 15 jaar.