Slotdeel van de fictieve autobiografische trilogie waarin de auteur allerlei mensen ontmoet die hem een beeld kunnen geven van hemzelf in de periode 1972-1977 in Zuid-Afrika.
Tijdens het apartsheidsbewind en de opstand van zwarte schoolkinderen in Soweto (1976) groeit de 17-jarige blanke Ruby (ik-figuur) op in Johannesburg. Vanaf ca. 15 jaar.
Als in het Zuid-Afrika van de jaren '70 op een dag zijn tweelingbroer dodelijk wordt getroffen door een cricketbal en zijn vader vervolgens verdwijnt, verandert het leven van een blanke puber drastisch.