Autobiografische relaas van een homoseksuele Roma-jongen over de eerste vijftien jaar van zijn leven in het gesloten Roma-milieu van zijn ouders en zijn vlucht daar uit.
Januari 1748. Een zwarte vrouw dwaalt door Sevilla. Ze kan nergens terecht na haar lange bootreis vanuit Cuba en is de wanhoop nabij - totdat ze Milagros ontmoet, een rebelse jonge zigeunerin. De twee vrouwen worden onafscheidelijk. Dan wordt het Koninklijk Besluit uitgevaardigd dat alle zigeuners moeten worden opgepakt. De vriendinnen verliezen hun vrijheid en elkaar. In Madrid, een smeltkroes van rijk en arm, worstelen ze zonder het van elkaar te weten om te overleven, totdat het lot hen weer samenbrengt.
De kleinzoon van een Romapatriarch leeft in de gewone burgerwereld, maar voelt zich sterk aangetrokken tot de sterke verhalen van zijn grootvader over het leven.
Binnen het gezin van een Hongaarse violiste, die haar carrière ondergeschikt maakt aan man en kind, ontstaan spanningen als het zoontje, in de traditie van haar aristocratische Engelse schoonfamilie, naar kostschool moet.
Een in de Tweede Wereldoorlog naar Aruba gevluchte Roemeense Rom wordt beheerst door zijn verlangen naar een jeugdliefde, die volgens hem nog ergens op hem wacht.
Maira en de rest van het gezin Meinhardt behoren tot de Sinti. Ze trekken rond en verdienen de kost met muziek maken, handlezen en klusjes op het land. Dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit. Vanaf ca. 10 jaar.
De 14-jarige Mariska, haar vader en een jongere broer brengen ingezamelde goederen naar Roemenie͏̈. Ze worden daar niet alleen geconfronteerd met grote armoede, maar ook met de haat tussen verschillende bevolkingsgroepen. Vanaf ca. 11 jaar.