Eenzaamheid
Joris van Casteren
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, © 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : Kast 10-13 VANC |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, © 2019 |
VOLWASSENEN : ROMANS : VANC |
Veerle Vanden Bosch
rt/aa/15 m
Oirsbeek in Nederlands-Limburg - Oesjbik voor de locals - is typisch zo'n dorp waar nooit iets gebeurt, 'en dan van alles', schrijft Joris van Casteren in Moeders lichaam. Dat 'van alles' is nogal wat. In de lente van 2000 komt Maria in hoogsteigen persoon naar de huiskamer van de 63-jarige Suzanne Dahmen om haar te waarschuwen tegen 'discowoede' en 'het internet'. Vier jaar later worden er in het clubhuis van de Hells Angels drie mannen vermoord en in stukken gesneden. Het clubhuis wordt later omgeturnd in de Big&Chic, een kledingzaak voor vrouwen met een maatje meer. Maar de aanleiding tot Van Casterens boek doet zich voor in 2015. Dan staat er politie op de stoep in de Berkenlaan bij Piet van der Molen, een wat wereldvreemde vrijgezel die nog steeds bij zijn hoogbejaarde moeder woont en ondanks zijn bijna pensioengerechtigde leeftijd nog nooit heeft gewerkt. Verbijsterd kijkt de buurt toe hoe mannen in witte pakken door het raam een knullig in elkaar geknutselde kist naar buiten tillen. Piet heeft zijn overleden moeder tweeëneenhalf jaar in huis gehouden. Al die tijd bleef hij trouw gesprekjes met haar voeren en haar katten verzorgen - acht verwaarloosde stuks in totaal. Hij had de schok niet aangekund. Per slot was ze zestig jaar lang de enige vrouw in zijn leven geweest. Ze had hem op haar sterfbed zelf verzocht het zo te doen, en Piet was er de man niet naar om tegen zijn moeder in te gaan.
Wereldverbeteraar
Er waren ook praktische overwegingen. Als zijn moeders pensioen wegviel, zag zijn financiële toekomst er niet riant uit. Hij leefde van een werkloosheidsuitkering en vreesde uit zijn huurwoning te worden gezet. Dus hield hij de schijn op en leidde iedereen om de tuin.
Van Casteren, die faam verwierf met eerdere reportageboeken als Lelystad en Het been in de IJssel, is geïntrigeerd door de zaak omdat Piet hem aan Norman Bates doet denken, het hoofdpersonage uit Alfred Hitchcocks horrorklassieker Psycho. Hij maakt hemt tot het centrale personage van zijn jongste boek. Daarin verweeft hij twee verhaallijnen. In afwisselende hoofdstukken beschrijft hij zijn zoektocht naar het hoe en waarom van Piets handelwijze - zijn gesprekken met hem, de weinige vrienden en familieleden die zijn overgebleven en de buren - en het verhaal van hoe Piet geworden is wie hij is. Door al die stemmen pro en contra aan het woord te laten slaagt hij erin een genuanceerd portret te schetsen van een mens, met al zijn eigenaardigheden en inconsequenties: een enig kind, rot verwend door zijn hardwerkende, in armoede opgegroeide ouders, met een dominante moeder die hem het liefste dicht bij haar wil houden, een tiener die in de ban raakt van het rebelse gedachtegoed van de jaren 60 en tot het besluit komt dat hij niet wil werken voor een maatschappij die niet deugt, maar wél met een blitse scooter rondrijdt en zijn LP's uit Amerika laat komen, de dertiger die niets weet over seks en kennis en ervaring opdoet bij meisjes van plezier, die zijn relatie opblaast omdat hij bij zijn moeder niet met een vriendin kan komen aanzetten, de veganist en ecologist die de buurt onveilig maakt met zijn twee BMW's, de wereldverbeteraar met te korte beentjes, de kansberekenaar die via de roulette het geluk wil afdwingen, de toegewijde zoon die zijn vaders plaats inneemt na diens dood, de fraudeur die bij de rechtbank op weinig begrip kan rekenen. Een onverbeterlijke luiwammes volgens de een, een slachtoffer volgens de ander. Maar vooral is hij een mens van vlees en bloed.
Tegelijk is dit een boek over een langzaam verkruimelende gemeenschap, een dorp waar de samenhorigheid al lang zoek is, waar het meer dan twee jaar duurt voor iemands verdwijning wordt opgemerkt.
Geen uitlachtelevisie
Van Casteren schrijft het allemaal vlot op, hij speelt de rol van observator. Helaas slaagt hij er niet in de spanningsboog op te bouwen die van Het been in de IJssel zo'n fascinerende lectuur maakt. Wél hanteert hij goed gedoseerde humor: door zijn nauwgezette observatie, zijn droge manier van vertellen en zijn uitgekiende montage van de scènes die hij beschrijft, krijgen Oirsbeek en omstreken soms surrealistische trekjes, bij momenten heb je het gevoel in een film van Fellini te zijn beland. 'Ik hanteer een eigen manier van kijken en schrijven, waardoor er van objectiviteit, zo die al bestaat, niet altijd sprake hoeft te zijn', schrijft hij in de verantwoording. Toch laat hij Piet en zijn entourage in hun waarde, dit is geen uitlachtelevisie.
Het enige wat je op het einde zeker weet, is dat Piet van der Molen geen misdadiger is. Maar de verwondering blijft. Hoewel je hem beter begrijpt, is hij ook nog steeds een raadsel. De mens, ge kunt gij daar niet aan uit.
De Bezige Bij, 288 blz., 19,99 €.
Marnix Verplancke
rt/aa/13 m
In de zomer van 2013 sterft in het Nederlands-Limburgse Oirsbeek de 91-jarige Gerda, maar dat weet alleen haar zoon Piet, met wie ze daarover een afspraak heeft gemaakt. Piet zal haar lijk (net als dat van de zeventien dode katten in een schoendoos in de kelder) netjes bewaren en haar pensioen blijven opstrijken. Hoe zou hij anders de negen nog levende katten kunnen onderhouden, om nog te zwijgen van hemzelf? Want Piet, inmiddels 61, is al zijn hele leven werkloos, vrijwillig, omdat hij vindt dat werken de geest afstompt. Dus doet Piet, die nog steeds thuis woont, wat Gerda heeft gevraagd en zegt hij tegen iedereen dat moeder te ziek is om buiten te komen. Wat iedereen slikt, tot de buren het na een paar jaar toch wel verdacht gaan vinden en de politie bellen.
Schrijver-journalist Joris van Casteren, die eerder al beruchte non-fictieboeken schreef als Lelystad , Een botsing op het spoor en Het been in de IJssel , begon zich in het levensverhaal van Piet van der Molen te verdiepen toen de pers berichtte over de merkwaardige vondst van de politie. Levensverhaal, want wie wil begrijpen waarom Piet de man werd die hij vandaag is, moet terug naar zijn kindertijd. Van Casteren vertelt hoe Piet als enig kind psychisch doodgeknuffeld werd door zijn moeder, hoe hij op zijn twintigste nog geen weet had van seks, via een contactadvertentie een vrouw ontmoette die interesse in hem had en die laatste zijden draad zelf doorknipt omdat hij haar niet aan zijn moeder durfde voor te stellen. Piet werd nooit een volledig mens. Hij bleef altijd een appendix van zijn moeder.
Van Casteren beschrijft ook hoe hij en Piet samen op stap gaan, onder meer naar het casino waar de man een decennium lang op zoek was naar het ‘systeem’ achter de roulette, en naar een stukje grasland waar ze samen naakt zonnen, omdat Piet een naturist is, een geitenwollensokker in feite die vastzit in het verleden. Uiteindelijk komt alles samen in Piets proces, waar hij terecht staat voor het verbergen van een lijk en het achteroverdrukken van overheidsgeld. Maar Piet is geen misdadiger, besef je na het lezen van dit boek, Piet is een tragische held.
****
De Bezige Bij, 288 blz., € 19,99.
G.P. Schuring
Het veel ophef veroorzakende verhaal van de in Oirsbeek wonende Piet van der Molen. Hij hield de dood van zijn bejaarde moeder op haar eigen verzoek geheim. Hij verborg haar lijk meer dan twee jaar in zijn huis voordat hij gearresteerd werd, zijn straf moest uitzitten en de ten onrechte ontvangen gelden (AOW, pensioen, toeslagen) moest terugbetalen. Van Casteren is naar Piet toegegaan en er is tussen hen vriendschap ontstaan. Zo kon de schrijver Piets verhaal tot in de kleinste, vaak bizarre of onsmakelijke details vertellen. Het feit dat een moeder zelfs na haar dood zo’n overheersende rol kan spelen in het leven van haar zoon, zegt veel over de onderlinge verhouding en over de persoon die Piet is: tamelijk teruggetrokken, weinig contacten, geen vrienden, nooit gewerkt, levend van een uitkering. De schrijver heeft er een boeiend verhaal van gemaakt dat ook mede door de door hem gekozen vertelwijze de moeite van het lezen waard is. Met een zwart-witkiekje en een literatuurlijst.
Marnix Verplancke
rt/aa/09 m
Midden december 2015 kreeg Piet van der Molen de politie aan de deur. Zijn inwonende moeder was al in geen jaren meer gezien, waardoor buren verontrust waren geworden. Zouden zij Gerda even mogen spreken? Piet, een man van vooraan de zestig die in zijn Zuid-Limburgse Oirsbeek bekend stond als een overjarige hippie die de straten onveilig maakte met zijn oude BMW, kon niet anders dan de agenten binnenlaten, waarna hij al vlug tot bekentenissen overging. Zijn moeder was al tweeënhalf jaar dood en zat gewikkeld in plastic in een oude kleerkast. Ze had het zelf zo gewild toen ze stierf, voegde Piet er nog aan toe, omdat ze wou dat alles bij het oude bleef, en omdat ze wist dat Piet het er goed vanaf zou afbrengen. In de kelder lagen immers toch een stuk of twintig kattenlijkjes, netjes opgeborgen in een oude schoenendoos?
Na zijn vorige boek, het met getuigenissen van over de hele wereld verrijkte 'Mensen op Mars', was Joris van Casteren op zoek naar een onderwerp dicht bij huis. Het verhaal van Piet zou wel eens wat kunnen zijn, dacht hij na het lezen van een aantal krantenberichten, en dus trok hij op onderzoek uit naar Oirsbeek. Wat hij er aantreft is een kleine gemeenschap waarin iedereen iedereen kent en waar misdaad iets is voor de Hell's Angels, maar die komen vanzelfsprekend van elders. Piet blijkt een innemende, wat naïeve man die heel graag zijn verhaal wil doen, en dat soms tot in de beschamende details (wanneer het bijvoorbeeld over zijn seksuele escapades gaat), waarin contactadvertenties en duistere sauna's de hoofdrol spelen.
In 'Moeders lichaam' vlecht van Casteren twee verhaallijnen door elkaar. Er is die waarin Piet hem meeneemt naar de plekken die veel voor hem betekenen, zoals het lokale casino dat hij een decennium lang wekelijks bezocht om er de 'code' van de roulette te kraken, om uiteindelijk te moeten bekennen dat het balletje misschien toch wel door het toeval gestuurd wordt.
Daarnaast is er de verhaallijn waarin het leven van Piet en zijn ouders uit de doeken wordt gedaan, en waaruit blijkt dat Piet eerder een zielig slachtoffer van omstandigheden is en geen gluiperige schlemiel die zijn dode moeder verstopt om haar pensioen te kunnen blijven opstrijken. Piet is van eenvoudige komaf, hebben we al gauw door. Vader Herman werkte in een smederij en moeder Gerda was meid in een pastorie. 'Hans en Grietje,' zoals de buurt hen noemde omdat ze zo klein waren, wensten hun nageslacht een beter leven toe en deden alles om hun enig kind te verwennen. Piet werd overbeschermd, kreeg binnen de mate van het mogelijke alles wat zijn hartje verlangde en was daarvoor ook heel dankbaar. Zo dankbaar dat sommigen vonden dat zijn relatie met zijn moeder misschien een paar ongezonde trekjes vertoonde. Dat Piet niet werkte omdat hij vond dat werk de geest afstompte, vond moeder bijvoorbeeld normaal. Ze stimuleerde hem daar zelfs in, wellicht omdat ze haar zoon dan hele dagen voor zich alleen had. In feite had alleen een vrouw Piet uit de grijpgrage armen van zijn moeder kunnen halen, maar toen hij via een contactadvertentie eindelijk iemand had leren kennen, brak hij na drie maanden weer met haar. Dat zou moeder nooit goed vinden, gaf hij als verklaring, waarbij je meteen aan Van Kooten en De Bie's Frank Van Putten en zijn moeder Carla moet denken natuurlijk.
Dit gegeven zou makkelijk aanleiding kunnen geven tot uitlachliteratuur, maar dat is 'Moeders lichaam' absoluut niet. Zoals steeds heeft Van Casteren oog voor veelzeggende en humoristische details, zoals de stoel van Piet die na jaren nog steeds in het plastic zit opdat de zitting niet vuil wordt, of de klok die op kwart over drie is stilgevallen en 'tempus fugit' op het wijzerblad heeft staan, maar met Piet zelf lacht hij nooit. Hij neemt hem volkomen serieus en vraagt ons in feite door hem op een andere manier naar onze maatschappij te gaan kijken. Is het normaal dat deze wereldvreemde man een half jaar gevangenisstraf krijgt omdat hij de perfecte mantelzorger was voor zijn moeder en haar laatste wens in vervulling liet gaan? Is het rechtvaardig om deze man die iedere ochtend een praatje ging maken met zijn dode moeder en in december het kerststalletje opzette omdat zij er zo van hield, te straffen voor zijn goedmoedigheid?
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.