Terug naar huis : roman
Jesús Carrasco
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff, © 2016 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 11789 |
Marijke Arijs
em/ec/30 d
Als een debutant een bestseller scoort, dan is dat niet per se een goede zaak. Vier jaar geleden verscheen Jesús Carrasco als een komeet aan het literaire firmament. De vlucht, een snoeihard realistisch verhaal in een verrassend zintuiglijke, poëtische taal, werd een internationale kaskraker. Zo'n eclatante entree schept uiteraard hooggespannen verwachtingen, maar de schrijver hield de beide benen stevig op de grond. Letterlijk, want de verbondenheid van de mens met de aarde, daar is het Carrasco in tweede roman om te doen. De grond onder onze voeten verscheen vorig jaar in Spanje en is nu in het Nederlands vertaald.
Vluchtelingen gaan de auteur zeer ter harte. In zijn debuutroman was een jongen op de loop voor een of ander gevaar. In dit boek is de voortvluchtige een oude zwerver. Allebei ontmoeten ze een goede ziel die zich over hen ontfermt. Niets is zo belangrijk als de banden die een mens verankeren op de plek waar hij geboren is, vindt Carrasco, en dus situeert hij zijn roman in het dorre landschap van zijn eigen geboortestreek, Extremadura.
Om het belang van die verbondenheid forser aan te zetten pakt de auteur het personage alles af wat een mens maar enigszins overeind houdt en slaat hij de vaste grond onder zijn voeten weg. En passant geeft hij Spanje een politieke make-over, waarbij verschillende historische lagen vrolijk door elkaar worden geschoffeld: de Tweede Wereldoorlog en de kolonisatie van Afrika in de negentiende eeuw, maar ook de Spaanse burgeroorlog komt even om het hoekje kijken. In de zomer van 1936 werden in de arena van Badajoz duizenden mensen afgeslacht. Carrasco's bloedeigen opa kwam daarbij om het leven. Een Duitse militair attaché rapporteerde aan Hitler dat hij nooit eerder zo'n barbaars bloedbad had gezien. De wreedheid waarmee een en ander in zijn werk ging, was zelfs de nazi's te machtig.
Paradijs
De auteur laat Spanje aan het begin van de twintigste eeuw annexeren door een imperium dat zich uitstrekt van Rusland tot Afrika. De verdienstelijkste militairen van het bezettingsleger worden beloond met een optrekje in Extremadura, de armste streek die Spanje rijk is. Een van hen is de zieke, bedlegerige kolonel Holman, een wreedaard en een huistiran eersteklas, met een geprivilegieerde positie binnen de kolonie. Op een blauwe maandag komt een bedelaar het moestuintje van zijn echtgenote binnenwandelen. Door de man niet weg te sturen overtreedt Eva Holman de wet, want inlanders onderdak verlenen is ten strengste verboden. De komst van de vreemdeling zal haar geloof in God, vaderland en de eigen superioriteit stevig aan het wankelen brengen. Stukje bij beetje reconstrueert ze het verhaal van de zwijgzame Leva, van zijn arrestatie en zijn deportatie naar een werkkamp in het barre noorden, over zijn ontsnapping, tot de moord op zijn familie en dorpsgenoten.
De gelijkenis tussen de namen Eva en Leva kan uiteraard geen toeval zijn, en de impliciete verwijzing naar het aards paradijs is dat evenmin, want bij Carrasco spat de symboliek steevast van de pagina's. Zijn ijver om Grote Literatuur af te leveren leidt soms tot gezochte vergelijkingen, weerbarstige formuleringen en ontsporende metaforen, waardoor overigens opvallend vaak water stroomt. Gesnurk klinkt in zijn oren 'als golven die dof stukslaan op een strekdam', geuren komen 'in golven, net zoals de restanten van vergane schepen aanspoelen op de kust' en het daglicht dringt 'als plotseling opgestuwd water' de laadbak van een vrachtwagen binnen. Merkwaardig, in een roman die in de dorste streek van Spanje speelt.
Tijdsprongen
Was De vlucht nog een lineair, chronologisch verhaal met een overzichtelijk aantal personages, in zijn tweede boek lopen verschillende verstelstemmen losjes door elkaar en worden er roekeloze sprongen gemaakt in de tijd. Dat de roman maar niet van de grond wil komen, ligt niet aan die ambitieuze aanpak, maar aan de nobele intenties van de schrijver, die allerlei goedbedoelde, maar uitgekauwde gemeenplaatsen oplepelt. Over de ingeboren wreedheid en vernietigingsdrang van de mens, over kolonisatie, hoe slecht dat wel niet is, en over de schuldgevoelens die dat bij zijn vrouwelijke personage genereert, omdat ze 'haar huis had gebouwd op het bloed van de zijnen' en zich 'in de vlag van de traditie, het Rijk en de religie had gehuld om deel te nemen aan deze plundering'.
Carrasco weet deze tijdsprongen ook nog eens te linken aan de huidige vluchtelingencrisis. Je kunt er, kortom, alle kanten mee op. Weet u wat het is? De schrijver, een fervent voorstander van een eigentijdse, geëngageerde literatuur, heeft zijn eigen principes hier zo overijverig toegepast dat die zijn verbeelding vierkant in de weg zijn gaan zitten. Het resultaat is een statisch boek dat de epische zeggingskracht van zijn debuut mist. Met mooie gevoelens maak je slechte literatuur, wist de Franse schrijver André Gide al.
Vertaald door Arie van der Wal, Meulenhoff, 256 blz., 19,99 €. Oorspronkelijke titel: 'La tierra que pisamos'.
Roderik Six
ob/kt/05 o
Sommigen beweren dat de literatuur maar twee thema’s kent. Mens verlaat dorp – avontuur – en vreemdeling komt toe in dorp – mysterie. De Spaanse auteur Carrasco kiest duidelijk voor de tweede optie en laat een haveloze man in elkaar zakken op het landgoed van Eva Holman. Eva hoort voor haar zieke echtgenoot, een demente kolonel, te zorgen, maar deze vreemdeling fascineert haar en prikkelt haar fantasie: netjes verweven in haar eigen verhaal verzint ze dat van de stilzwijgende nieuweling. Ondertussen probeert ze haar vondst verborgen te houden voor de argwanende gezagsdrager die in een naburig fort de lokale bevolking onder de knoet probeert te houden.
Oorlog, kolonisatie en ontbering voeren de boventoon in deze bevreemdende roman van Carrasco. Soms hamert hij te vaak op hetzelfde aambeeld en het nevenplot van Eva’s dode zoon ruikt naar sentimenteel effectbejag, maar alleen al voor zijn vernuftige stijl zou je dit Spaanse talent lezen.
***
Meulenhoff (originele titel: La tierra que pisamos), 256 blz., € 19,99.
Maarten Steenmeijer
Jesús Carrasco (1972) trok binnen en buiten Spanje sterk de aandacht met zijn debuutroman 'De vlucht' (2013). Ook in Nederland werd het boek goed ontvangen en beleefde de vertaling vele herdrukken. Ook deze tweede roman van Carrasco gaat over iemand die zich ontfermt over een ontheemde, maar hij is in een minder gekunstelde taal geschreven. Het verhaal speelt zich af in een denkbeeldig Spanje dat is bezet door het Rijk (gemodelleerd naar nazi-Duitsland). Hoofdpersoon is de vrouw van een gepensioneerde militair uit Noord-Europa die als beloning voor zijn diensten een huis in Extremadura (West-Spanje) heeft gekregen. Op een dag dient de oorspronkelijke eigenaar van het huis zich aan. De vrouw raakt geïntrigeerd door de zwijgzame man en probeert diens verlies van huis en haard en diens kampervaringen te reconstrueren. Haar groeiende empathie doet haar hevig twijfelen aan de legitimiteit van oorlog en bezetting. In deze parabel heeft Carrasco een eenvoudige morele boodschap verpakt: ‘wij zijn ook de ander’. Bekroond met de EU Prize for Literature 2016.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.