Verhalende non-fictie waarin de auteur de gang van de uitgestorven Tasmaanse tijger volgt, en reflecteert over verlies, hoop in tijden van klimaatcrisis en de kracht van verhalen.
Twee fel vermagerde vrouwen vestigen zich op een reepje strand op Corfu. Hoogseizoen, mierenhoop, zeng-zeng-zeng de hitte zeurt. Op de achtergrond zweeft de vraag: wat is geweld? Het voltrekt zich beetje bij beetje.
Kameleon onderneemt een roadtrip naar een mogelijke vrouwelijke identiteit, die ergens tussen lichaam en taal geconstrueerd wordt. Via een veelheid aan herinneringen, gedaanten en landschappen wordt - als kon het bereisd worden - het domein van een meisjeslichaam verkend, en steeds weerklinkt dezelfde, naïeve wens naar een symbiotisch bestaan, dat - ondanks de rekbaarheid van poëzie - net niet bereikt kan worden.