Tussen de vrouw des huizes van een Zuid-Afrikaans landhuis en de dochter van een zwarte bediende bloeit in de eerste helft van de 20e eeuw een bijzondere vriendschap.
Het in Zuid-Frankrijk opfokken van twee zwarte biggen leidt de auteur tot bespiegelingen over de authentieke Franse plattelandscultuur, maar ook tot verhalen over 18e eeuwse 'geleerde varkens'. De vraag of de dieren eigenhandig geslacht gaan worden, blijft tot het eind toe spannend.
Op een caféterras in Venetië ontmoet een jonge vrouw, Constance, een oude dame, Fosca. Deze toevallige ontmoeting loopt uit op een hechte vriendschap. Fosca vertelt Constance over haar leven, in het bijzonder over de mannen die daarin een rol speelden. Ze besluiten samen nog een laatste, mooie reis te maken. Die reis wordt Fosca fataal. Na haar dood blijkt ze Constance tot haar erfgename te hebben gemaakt. Bij het ordenen van de nalatenschap treft Constance een dagboek aan. Dan ontdekt ze dat hun ontmoeting minder toevallig was dan ze had gedacht.
In een gee͏̈vacueerd ziekenhuis in Jeruzalem leren twee tieners elkaar kennen; terwijl buiten het ziekenhuis sirenes en artillerievuur weerklinken, vertellen zij elkaar over hun verdriet en hun dromen.
Waargebeurd verhaal over twee Engelse kinderen, een jongen en een meisje, die in een kindertehuis een hechte vriendschap sloten, maar van elkaar werden gescheiden en elkaar pas na 45 jaar weer terugvonden.
Na school gaat Mark met de Turkse Kari naar huis; daar leert hij dat ze niet alleen verschillen qua uiterlijk en taal, maar ook qua godsdienst. Prentenboek met gekleurde tekeningen. Vanaf ca. 5 jaar.