Een jonge Turkse man, die door zijn vader naar Berlijn is gestuurd om meer over de handel in zeep te leren, gaat daar echter Duits studeren en krijgt een relatie met een jonge Duitse vrouw.
Begin jaren dertig van de twintigste eeuw verkeert een jonge Duitse lerares in de onmogelijke positie dat ze haar leerlingen wil waarschuwen voor het opkomend nazisme en tegelijkertijd mee moet spelen omdat ze anders haar baan verliest.
In 1936 brengt een groep Duitse schrijvers onder wie Stefan Zweig en Joseph Roth, die op de vlucht zijn voor nazi-Duitsland, de zomer door in Oostende.
Tijdens de grote economische crisis die in Duitsland vooraf gaat aan de machtsovername door de nazi's, komt het geluk van een pasgetrouwd stel zwaar onder druk te staan.
Een naamloze ik-persoon identificeert zich steeds meer met het nationaalsocialisme, wordt oorlogsvrijwillige soldaat en gaat een ander land bezetten, maar als hij gewond raakt, verandert hij in een scherpe criticus van de nazi-ideologie.
Autobiografisch verslag van Langhoffs tijd in het concentratiekamp Börgermoor, waar hij samen met een medegevangene het beroemde 'Veensoldatenlied' schreef. Langhoff beschrijft de onmenselijke behandeling, psychische druk en vernederingen, maar ook de onderlinge kameraadschap, levensmoed en humor.