Will woont illegaal in een stacaravan met zijn broertje en manisch-depressieve moeder. Zijn vader vertrok vier jaar geleden op wereldreis. Opeens verdwijnt ook zijn moeder. Precies op het moment van haar verdwijning stierf mijnheer Richard, die net de loterij won.
Albert Lofloos woonde met zijn gemene moeder en zussen in de zomerflat. Daar gebeurde nooit wat. Totdat er een nieuw meisje kwam wonen, een hond uit de lucht viel, een storm opstak en hij een reus ontmoette. Nu zijn Albert en de zomerflat verdwenen.
Elvis' familie is niet bepaald reislustig. Daarom sturen zijn ouders hem als afgevaardigde naar de begrafenis van zijn oudtante Ursula, ergens in het Noorden. Elvis belandt in Walkandol, een dorp waar vreemde dingen gebeuren. Al snel moet hij vluchten voor een stel zombies.
Burtons ouders zijn gescheiden. Hij woont met zijn moeder in een flatje in een New Yorkse buitenwijk. Zijn vader in Harlem heeft nooit tijd voor hem. Op zijn nieuwe school krijgt Burton de bijnaam ‘Dikzak’. Hij slaat een klasgenoot en moet naar een maatschappelijk werkster.
Een meisje springt en landt op aarde. Ze draagt een koffer. In die koffer zit een vrouw, ook met koffer. Daarin zit haar geliefde. Elke bladzijde toont een nieuwe koffer en vertelt een nieuw verhaal. Dit filosofische prentenboek gaat over leven, liefde en afscheid nemen.
Begin zeventiende eeuw. Malou is met haar moeder gevlucht uit Antwerpen. Na haar moeders dood wordt ze echter teruggestuurd. Haar reisgezel burgemeester Rockox neemt haar mee naar zijn eigen huis, waar ze het jongste dienstmeisje wordt. Ze groeit op tot een mooie jongedame, maar blijft worstelen met allerlei vragen. Rockox heeft haar moeder nog gekend, is hij misschien haar echte vader? Ook dreigt ze verliefd te worden op de nieuwe knecht Meerten, maar meiden en knechten mogen niet met elkaar trouwen. Dan vriest de Schelde dicht en op het ijs doemt een gevreesde schaduw uit haar verleden op. Die zal Malou moeten overwinnen voor haar liefde voor Meerten kan opbloeien...
Berre verzamelt knopen, schelpen, wasknijpers etc. Hij laat ze in zijn broekzakken slingeren en maakt zo de wasmachine stuk. Op een dag ziet Berre een papiertje. Dat wil hij graag hebben, maar het zit vast aan de hoogste boomtak.
Marius Mindermeer is gek op boeken, maar zijn eigen levensverhaal mist schwung. Hij neemt zijn intrek in een gebouw vol levende boeken, die hij verzorgt. ’s Nachts, wanneer de boeken slapen, schrijft hij verder aan zijn eigen verhaal.
Jewel redt de terminaal zieke Sacha van de verdrinkingsdood. Het is liefde op het eerste gezicht, maar beide tieners hebben problemen. Sacha worstelt met zijn ziekte, zijn moeders dood en zijn vaders nieuwe relatie. En wat verbergt Jewel?
Pita is twaalf en een half, vernoemd naar een broodje en kind van gescheiden ouders. Buurjongen Svenne is haar beste vriend. Samen met hem begeeft ze zich in een wereld van volwassen worden, verliefdheden, echtscheidingen, kattenkwaad, zoenspelletjes en onzekerheden.
Dit hilarische verhaal is een biografie van een fascinerende jongen met een voorliefde voor taal, een ongebreidelde fantasie en veel gevoel voor humor. We volgen hem op zijn ontdekkingstocht door het leven, vanaf zijn bizarre bevruchting over alle hoogte- en dieptepunten heen, tot zijn 16de verjaardag. Van pukkelpaniek en pixelmeisjes tot horoscoopknipsels en levenslessen.
Omdat kat Findus van opa Pettson niet om vier uur 's nachts op zijn bed mag springen, verhuist hij naar een huisje in de tuin. Maar is dat wel zo leuk? Prentvertelling met paginagrote kleurenillustraties. Vanaf ca. 5 jaar.
Rune vertrekt met haar moeder naar de kust. Ze ontmoet er de stille Simon, die een moeizame relatie met zijn ouders heeft. Ondanks hun verschillende karakters voelen ze zich tot elkaar aangetrokken. Dan krijgen ze slaande ruzie.
Zuidelijke Nederlanden, 17e eeuw. Dorothea (16) moet haar oom, de bisschop, 's nachts opsluiten in de kelder, waar hij vecht tegen de duivel. Lieven, de zoon van de beul, maakt intussen jacht op een weerwolf. Vanaf ca. 13 jaar.
Thomas vertelt zijn vriend Ole dat hij een broertje of zusje krijgt. Ole maakt hem wijs dat zijn ouders een baby nemen omdat ze niet meer van hem houden. Thomas doet zijn best om de ideale zoon te zijn, maar zijn ouders hebben het niet door.
De vader van Joost, een brandweerman, is een jaar eerder gestorven. Zijn moeder krijgt een nieuwe vriend, een weduwnaar wiens vrouw en dochter zijn omgekomen bij een autobrand. Joost ontdekt dat zijn vader de man gered heeft, maar diens familie niet tijdig kon helpen.
Het jongetje Tuur trekt door de stad en zet zijn oren open. De stadsgeluiden - van fietsgerinkel naar sirenes tot de trompetten van de fanfare - trekken hem in de wondere wereld van de ligaturen, schreven, holwitten, onderkasten en majuskels. Op een poëtische en ritmische stroom van woorden en klanken baant het jongetje zich een weg doorheen de stad. Tuur smult van een ijsje, loopt mee in een parade vol clowneske figuren, bestudeert de verschillende schoenen om zich heen, springt tussen de duiven.
Jace en Christian zijn opgegroeid in een gezin waar de spanning altijd te snijden was. Hun vader, een beroemde rechter, mishandelde hun moeder. Waar ze konden, vingen de jongens de klappen op. Christian is op zijn zeventiende weggelopen. Jace, nu zestien, heeft eindelijk het onmogelijke gedaan: hij heeft zijn vader teruggeslagen en is het huis uit gezet.
Hazim (12) werkt in een Marokkaanse koperslagerij. Via zijn vriend Youssef ontmoet hij Robert, een buitenlander met een gastenverblijf. Robert heeft Youssef kunsthanden beloofd. Hij lijkt de jongens te willen helpen, maar dan ontdekt Hazim dat zijn bedoelingen niet helemaal zuiver zijn.
Joris ontdekt een oude oorlogsfoto tussen zijn vaders spullen. Hij kent de man op de foto niet. Waarom verstopt vader die foto? Vanwege de nacht van 2 april 1943? Toen werd het torentje van het gemeentehuis kapotgeschoten. Joris en zijn vrienden gaan op onderzoek uit.