In de negentiende eeuw erft Batsheba Everdene een landgoed waardoor ze financieel onafhankelijk wordt. Drie mannen van uiteenlopende karakter proberen haar tevergeefs tot een huwelijk over te halen.
In 1952 kan een jonge vrouw in Ierland geen werk vinden en emigreert, net als veel andere jonge Ieren in die tijd, naar Amerika, waar een baan voor haar is geregeld bij een warenhuis.
In 1926 spoelt er op een eiland voor de Australische kust een roeiboot aan met een dode man en een levende baby. Een kinderloos echtpaar ontfermt zich over de baby en besluit haar als hun eigen dochter op te voeden.