Essayistisch-romaneske verhandeling van een 12-tal zaken die in de wereldgeschiedenis verloren zijn gegaan, zoals de Kaspische tijger en een schilderij van Caspar David Friedrich.
Van een onafscheidelijke tweeling, geboren in Moskou en in Duitsland terechtgekomen na een vlucht in de jaren negentig voor het antisemitisme in post-Sovjet-Rusland, verdwijnt de jongen spoorloos en als zijn zus een anonieme ansicht uit Istanbul ontvangt, gaat ze naar hem op zoek.
Oost-Berlijn, eind jaren vijftig. Na WO II kiest de Joodse Käthe hoopvol voor het communistische Duitsland. Maar tegenover haar kinderen is ze afstandelijk en kil. Ze heeft geen oog voor Ella's kwetsbare eenzaamheid en ook niet voor het verlangen naar liefde van Thomas. De kinderen groeien op met alleen elkaar als houvast in het leven.
In een geïsoleerd dal hoog in de bergen vestigt zich een schilder die wraak wil nemen voor het onrecht dat een machtige boerenfamilie gedurende een lange reeks van jaren in de dorpsgemeenschap heeft begaan.
In 29 verhalen haalt de auteur herinneringen op aan een 80-jarig schrijversleven dat zich vooral in de DDR afspeelde en aan de gecompliceerde relatie met haar moeder.
Persoonlijk verhaal over het levenseinde van de man van de Duitse auteur (1940); een liefdesverklaring aan wat het leven de moeite waard maakt, te midden van de tegenslagen van de ouderdom.
Alder beschrijft in deze roman het leven van een aantal mannen en vrouwen in een niet bij name genoemde provinciestad van het keizerlijke Oostenrijk, en hoe ieder van hen probeert te ontsnappen aan zijn dagelijkse lot. Centraal staat de wording en verwording van Titus Quitek, would-be schilder maar nu tekenleraar. Zoals zovelen was ook hij naar de stad gekomen met de hoop dat dit een tussenstation zou zijn, op zijn weg naar het Parijs der kunstenaars.