Het potlood William woont in een houten doos met zijn zes broertjes. William wil niet langer wachten tot iemand hem oppakt om mee te schrijven en gaat de wijde wereld in. Vanaf ca. 9 jaar.
Nina is een al te dromerig meisje van 12 jaar. Haar fantasie brengt haar geregeld in de problemen. Op een dag komt in het leegstaande buurhuis een jongen van haar leeftijd wonen.
Door bezoek aan een schoolreünie, denkt Wanne (65) terug aan 1966. Toen hij vijftien was, onttmoette hij tijdens de zomervakantie de beeldschone Amira. Hij vertelt haar het sprookje dat hij aan het schrijven is. Maar Amira is ernstig ziek. Vanaf ca. 13 jaar.
Een 16-jarige jongen treurt over de zelfmoord van zijn moeder en de ruzie met zijn vriendin. Omdat hij zijn bed niet meer uit komt, moet hij van zijn vader een dagboek bijhouden.
Johanna het biggetje gaat op reis met de trein. Onderweg praat ze met de tekenaar van het verhaal. Samen bedenken ze wie en wat ze allemaal tegenkomen. Oblong prentenboek met ingekleurde potloodtekeningen. Vanaf ca. 5 jaar.
Hoe bereid je een toespraak voor? Desodt gaat in op de inhoud en de structuur, de lichaamshouding en manier van spreken, interactie met het publiek, spreekangst, het gebruik van computer en geluidsapparatuur etc.
Bennie (10, ik-figuur) is bang voor zijn gewelddadige vader. Die heeft woedeaanvallen en slaat zijn moeder. Gelukkig kan Bennie bij zijn opa terecht, maar zijn angst en woede nemen steeds meer toe. Vanaf ca. 10 jaar.
Leesproblemen zijn volgens Moonen niet te wijten aan dyslexie, maar aan falende onderwijsmethoden. Zijn aanpak, de Alfabetcode, leert kinderen eerst om klanken om te zetten in schrift. Vervolgens leren ze welke klank- en letteromgevingen een bepaalde spellingsvariant waarschijnlijker maken dan alle andere.
Op een zomerkamp vinden kinderen stukjes behangpapier met een gedicht erop. Het is opgedragen aan Hugo, namens ene N. De volgende dag krijgt ook de kampleider een gedicht van N. Daarna volgen de andere kinderen. Waar komen die mysterieuze odes vandaan?
Naslagwerk en handboek voor Vlaamse journalisten met aandacht voor inhoud en vorm van krantenteksten en voor de grammatica en spelling van het Nederlands.