In de lente van 2018 krijgt Ine Van Wymersch Elvire voor het eerst aan de telefoon. Elvire wil graag inzage krijgen in haar jeugdrechtbankdossier, maar ze wordt al wekenlang van het kastje naar de muur gestuurd. Gevoelig voor de urgentie die doorklinkt in haar stem, besluit Ine haar dossier op te sporen. Elvires moeder liet haar sinds de geboorte aan haar lot over. Haar pad slingerde, met verschillende uitschuivers en struikelblokken. Zelf ziet ze haar eigen drie kinderen al lang niet meer. Elvire blijkt in aanmerking te komen voor euthanasie wegens ondraaglijk psychisch lijden. De psychiaters gaven groen licht voor de euthanasie, op voorwaarde dat ze in een brief uitlegt aan haar kinderen wat haar drijft om euthanasie aan te vragen. 'Nu alleen nog iemand vinden die mijn verhaal kan opschrijven', zo zegt Elvire terloops. Ze is analfabeet. De zin achtervolgt Ine wekenlang. Ze bedenkt dat zij diegene kan zijn die haar een stem kan geven. Gedurende drie dagen, aan zee, gaat ze in gesprek met Elvire. Een gesprek dat schrijnend duidelijk maakt dat waar je wieg staat onwaarschijnlijk bepalend is voor de kansen die je krijgt, vanaf het prille begin tot op het bittere einde.
George en Rita kiezen na bijna een halve eeuw als liefdevol echtpaar samen voor euthanasie; hun kinderen Lydie, Walter en Kurt moeten dat zien te verwerken.
Luke Warren, die zijn hele leven wolven bestudeerd heeft in de Canadese bossen, belandt in een coma als gevolg van een auto-ongeluk. Zijn vrouw, volwassen zoon en puberdochter moeten beslissen over zijn lot. Ze hebben geheimen voor elkaar en die dreigen aan het licht te komen.
De Franse schrijfster (1958-2017) beschrijft haar laatste levensperiode als ALS-patiënte, toen ze vanwege haar euthanasiewens verhuisde van Frankrijk naar België.
Persoonlijk relaas van een Antwerpse verpleegster die euthanasie toepaste bij een in het ziekenhuis opgenomen tante en daarop van moord werd beschuldigd.