In Boston tijdens de jaren zeventig gaat FBI-agent John Connolly een samenwerking aan met gangster Whitey Bulger om zo een Italiaanse maffiafamilie uit te schakelen. Whitey groeit echter uit tot een gevaarlijke crimineel.
Tegen de achtergrond van de politieke onrust in mei 1968 in Parijs is een groepje jongeren, waaronder de artistieke Gilles, politiek actief, maar zoekt eigenlijk naar idealen: morele, politieke en spirituele.
Een jongeman doet als chauffeur mee aan de grootste bankroof in de Amerikaanse geschiedenis en weet na afloop te ontkomen aan de politie. Maar acht jaar later overweegt hij zichzelf aan te geven.
De film vertelt het waargebeurde verhaal van de onwaarschijnlijke vriendschap tussen Ann Atwater, een uitgesproken burgerrechtenactiviste en C.P. Ellis, een lokale Ku Klux Klan-leider.