Salomé Atabong (16, ik-persoon) zit een maand vast in een jeugddetentiecentrum omdat ze twee klasgenoten heeft mishandeld, nadat ze haar discrimineerden en kleineerden. Ze denkt na over wat er mis is gegaan, wie er nou eigenlijk schuldig is en waaraan. Ook maakt ze zich zorgen over haar familie. Vanaf ca. 15 jaar.
Tussen een half-indiaanse jonge cowboy en een criminele stadsjongen die voor herintegratie op diens ranch verblijft, wil het aanvankelijk niet boteren.
Wanneer in een stadpark het lijk van een gewurgd zesjarig meisje wordt gevonden en haar buurman door een jeugdbende in elkaar wordt geslagen, heeft inspecteur Paul Vegter zijn handen vol aan het onderzoek.
Als een 15-jarige Amerikaanse schooljongen wordt verdacht van medeplichtigheid aan moord kan hij zich niet verdedigen, vlucht en laadt daardoor meer verdenking op zich.
Het is de zomer van 1979, in een ogenschijnlijk vredig Duits industriestadje. Moritz is een van de Dassen, een bende van twaalf- en dertienjarige jongens. Hun vijanden zijn de Vossen, oudere jongens met brommers die zich in de weekends bezatten achter het voetbalveld. Op een avond vinden Moritz en zijn vrienden een meisje dat jarenlang gevangen is gehouden door haar inmiddels overleden moeder.