Wanneer wordt aangekondigd dat Christus op 21 juli, in volle komkommertijd, Brussel zal bezoeken, ondergaat de Belgische hoofdstad een metamorfose. De gevels worden opgeknapt, bloembakken geplaatst en de criminaliteitscijfers duiken plotsklaps naar het nulpunt. Terwijl de beleidsmensen bakkeleien over wie een persoonlijk onderhoud met de profeet verdient en discussiëren over de route waarlangs Jezus lopen moet, krijgt de stad almaar een meer menselijker gelaat met oog voor de dakloze, de illegaal, de dronkaard en de armoe-oogster. De metro ruikt niet langer naar pis, de hoop is onder het volk. En dan breekt de grote dag zelf aan.
Een zekere Joachim Stiller, wiens sterfelijke verschijningsvorm zich niet openbaart, gaat een wezenlijk bestanddeel uitmaken van het leven en denken van drie elkaar aanvankelijk onbekende mensen te Antwerpen: de ik-figuur (een schrijver), een lerares wiskunde en een wethouder.
Epos over de lotgevallen van een religieuze sekte, die in de binnenlanden van Brazilie͏̈ aan het eind van de 19e eeuw in opstand komt tegen de jonge republiek.
Na de ontmanteling van hun collectieve onderneming vervalt een groepje bewoners van een Hongaars gehucht tot nog grotere troosteloosheid, totdat hun verlosser weer ten tonele verschijnt.
De hoofdpersoon van dit verhaal is gebaseerd de Chileense prediker Domingo Zárate Vega, die in de negentiende eeuw als een soort nieuwe Christus door het land zwierf. Hij is vooral bekend om zijn zelfbedachte spreuken en zelf gefantaseerde verhalen en predicaties, die hij in brochures in een papieren zak bij zich draagt.
Een intelligente, attractieve journaliste van de New York Times zet bewust haar goede naam en reputatie op het spel met een artikel over een goddelijke figuur.
In een afgelegen dorpje in Australie͏̈ koopt een charismatische jongeman de opaalmijn en sticht er een religieuze commune die veel verwarring onder de bewoners veroorzaakt.
Wanneer wordt aangekondigd dat Christus op 21 juli, in volle komkommertijd, Brussel zal bezoeken, ondergaat de Belgische hoofdstad een metamorfose. De gevels worden opgeknapt, bloembakken geplaatst en de criminaliteitscijfers duiken plotsklaps naar het nulpunt. Terwijl de beleidsmensen bakkeleien over wie een persoonlijk onderhoud met de profeet verdient en discussiëren over de route waarlangs Jezus lopen moet, krijgt de stad almaar een meer menselijker gelaat met oog voor de dakloze, de illegaal, de dronkaard en de armoe-oogster. De metro ruikt niet langer naar pis, de hoop is onder het volk. En dan breekt de grote dag zelf aan.