Als een 13-jarige jongen met zijn zusje en moeder door het landschap van de Mississippi reist, ontmoet hij daar de geest van een 12-jarige jongen, een van de slachtoffers van racistisch geweld in het Diepe Zuiden van de VS.
Twee jongens groeien in de jaren zestig op als boezemvrienden in Biloxi, Mississippi, maar hun levens komen op ramkoers door hun vaders: de een ongekroond koning van de onderwereld, de ander vermaard aanklager.
Als een jonge vrouw in het Mississippi van de jaren zestig van de 20e eeuw in het geheim een boek schrijft over de levens van de zwarte hulpen van haar vriendinnen, heeft dit voor iedereen grote gevolgen.
De aristocratische familie Compson is na de Burgeroorlog aan lager wal geraakt. Via verschillende verteltechnieken geven drie broers commentaar op de schande die hun zus Caddy de familie heeft berokkend door een seksuele escapade. De zwakzinnige Benjy vertelt liefdevol over zijn zus in fragmentarische herinneringen die chronologisch verspringen. De intellectueel Quentin pleegt zelfmoord na een crisis die in een lange gedachtestroom (zonder interpunctie) is opgetekend. De geldbeluste Jason verstoot zijn zus, die hij verantwoordelijk acht voor de teloorgang van de familie.
Een jonge vrouw in het Mississippi van 1929, die een onbehandelbare geboorteafwijking heeft, moet haar eigen weg in het leven zien te vinden in een kleine plattelandsgemeenschap met strakke normen en waarden en uitgestippelde verwachtingspatronen.
Een jonge vrouw keert met haar dochtertje terug naar haar geboorteplaats in Mississippi en duikt in familiegeheimen, haar afkomst heeft invloed op de gezondheid van haar kind.
Als een jonge vrouw in het Mississippi van de jaren zestig van de 20e eeuw in het geheim een boek schrijft over de levens van de zwarte hulpen van haar vriendinnen, heeft dit voor iedereen grote gevolgen.
In Jackson, Mississippi, in 1962 schrijft journaliste Eugenia Skeeler een boek over de vernederingen en mishandelingen die de zwarte dienstmeisjes moeten ondergaan.