Tijdens de Eerste Wereldoorlog meldt een Ierse straatjongen van twaalf jaar zich aan bij het leger; twee jaar later wordt hij naar het front in Ieper gestuurd.
Milan verblijft een weekend in de Westhoek met zijn grootouders. Hij vindt het er nogal saai: het is slecht weer en ze bezoeken het ene museum na het andere. 's Nachts hoort Milan vreemde geluiden en gaat op onderzoek uit.
Alice (ik-figuur) zit op de basisschool in België als in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbreekt. Ze moet vluchten met haar familie. Maar de oorlog is overal en nergens is het veilig. Vanaf ca. 11 jaar.
Als een jongen gedwongen wordt tijdens de Eerste Wereldoorlog dienst te nemen in het Britse leger, besluit zijn 15-jarige broer met hem mee te gaan zonder de gevolgen te kunnen overzien.
In 1914 verlaat het gezin van Ule (14, ik-figuur) huis en haard voor het naderende oorlogsgeweld van de Eerste Wereldoorlog. Vier jaar later keren ze terug, berooid en verloren, net als het Vlaamse landschap. Vanaf ca. 13 jaar.
Belgie͏̈, 1914. Vlak nadat haar jongste babybroertje is verdronken, vertrekt de vader van Margriet (11) naar het front. Het gezin blijft alleen met moeder achter. Dat jaar krijgt Margriet nog meer verliezen te verwerken. Vanaf ca. 11 jaar.
De vader van Alfie gaat vechten in de Eerste Wereldoorlog. Alfie krijgt eerst nog brieven, maar dan hoort hij niets meer. Wat is er met zijn vader gebeurd? Vanaf ca. 11 jaar.
Rose (14) reist met haar opa naar Ieper, naar het graf van een oom die sneuvelde tijdens de Eerste Wereldoorlog. Op het oorlogskerkhof raakt ze gefascineerd door de jonge soldaat Joe Valentine, die op 15-jarige leeftijd overleed. Vanaf ca. 12 jaar.
De jonge soldaat Frank Sumption (20) vecht tijdens de Eerste Wereldoorlog tegen de Duitsers. Met Kerstmis komen de gevechten stil te liggen. Frank weet niet hoe hij daarna nog kan meedoen aan de strijd. Vanaf ca. 14 jaar.
Dit boek wordt beschouwd als de beste Belgische literaire getuigenis over de Eerste Wereldoorlog. Max Deauville - pseudoniem voor de Brusselse Franstalige dokter Maurice Duwez - beschrijft het wedervaren van de gewone piotten vanaf de eerste dagen van het uitbreken van de oorlog tot halverwege 1915, wanneer hij gewond geraakt. Hij beschrijft op een objectieve en afstandelijke manier - maar ook met een zeker cynisme - de uitzichtloosheid, de verveling, de verschrikking en het lijden. "Jusqu'à l'Yser" werd reeds in 1917 in Frankrijk uitgebracht, maar is nu pas voor het eerst in een Nederlandse vertaling beschikbaar.
Het is 1917 en de Eerste Wereldoorlog is in volle gang. De meester leest heldhaftige krantenkoppen voor en moeder hoopgevende brieven van vader aan het front. Maar Rosalie (5) wil weten wat er echt in de oorlog gebeurt. Daarvoor zal ze moeten leren lezen. Voorlezen vanaf ca. 7 jaar.
West-Vlaanderen, 1916. Het dorp van de bevriende neven Viktor en Jefke (11, ik-persoon) wordt bezet tijdens door de Duitsers. Viktor heeft moeite met lezen en rekenen, maar is onverschrokken. Als de Duitsers ontdekken dat iemand in het dorp spioneert voor de Engelsen, raakt alles in een stroomversnelling. Verhaal in poëtische korte zinnen. Vanaf ca. 11 jaar.
De beschermd opgegroeide Victor (17) loopt weg, op zoek naar zijn verdwenen hond. Hij maakt een tocht vol ontberingen door Vlaams oorlogsgebied (Wereldoorlog I, december 1917), geplaagd door epilepsie. Vanaf ca. 15 jaar.
Oorlog. Twee putten. Twee soldaten. Elke dag één schot. De ander is de vijand, het monster dat vrouwen en kinderen vermoordt zonder reden. Over de zinloosheid van oorlog.
Joppes overgrootvader Tist wordt bijna honderd jaar, maar zijn gezondheidstoestand gaat snel achteruit. Joppe besluit om zoveel mogelijk voor hem te zorgen. Vanaf ca. 15 jaar.
Juni 1914. Rosalie gaat werken als kindermeisje. Ze is bang niet te voldoen, maar integendeel: haar werkgevers zijn zo tevreden dat ze haar meenemen naar zee. Daar leert Rosalie de mooie en minder mooie kanten van de liefde kennen. Dan breekt de oorlog uit.
1914. De vader van Rik vertrekt naar het front. Rik vlucht met de rest van zijn familie via de Antwerpse polders naar Nederland. Wanneer ze terugkeren, is alles veranderd. Ze moeten eten kopen met zegeltjes en er komt een Duitse sergeant bij hen inwonen.
Jack vertelt aan zijn kleinzoon hoe hij als jonge soldaat meevocht in de Eerste Wereldoorlog. Als het Kerstmis is besluit een groepje soldaten niet te vechten, maar te voetballen. Vanaf ca. 13 jaar.